Noord-Brabant

De Socialistische Partij en D66 hebben op vrijdag 2 maart aan de vooravond van de Statenverkiezingen met COC Brabant en de LKG T&T Eindhoven een convenant getekend om discriminatie tegen homo's, lesbiennes, biseksuelen en transgenders tegen te gaan. Tijdens een bijeenkomst in Eindhoven zetten Mahmut Erciyas (SP) en Marusjka Lestrade-Brouwer (D66) hun handtekening onder een overeenkomst met COC-voorzitter Kay Sachse en LKG T&T-voorzitter Yvon Kraaijeveld.

Het is in Noord-Brabant uniek dat politieke partijen zich voorafgaand aan de verkiezingen verbinden aan de doelstelling om in het komende bestuursakkoord tot een passage over holebi- en t-beleid te komen. De SP verplicht zich nu samen met D66 om zich in te spannen de positie van homo's, lesbiennes, biseksuelen en transgenders te verbeteren. "Homo- en biseksuelen en transgenders kunnen de SP eraan houden dat we opkomen voor hun rechten en dat de SP alles uit de kast haalt om hun maatschappelijke positie te verbeteren", aldus Mahmut Erciyas namens de SP.

SP en D66 kwamen met COC Brabant en LKG T&T Eindhoven het volgende overeen: “Het provinciebestuur dienst in het collegeakkoord duidelijk uit te spreken dat het beleid dat gevoerd wordt is gericht op het bevorderen van diversiteit, gelijke kansen en emancipatie, ongeacht seksuele oriëntatie, geslacht, leeftijd, etniciteit, levensovertuiging of handicap. De provincie ontwikkelt – in samenwerking met betrokken organisaties – initiatieven om homofobie als maatschappelijk knelpunt aan te pakken. Om deze initiatieven ook succesvol vorm te laten krijgen zullen voldoende financiële middelen ter beschikking worden gesteld.”

Dat is volgens homobelangenorganisatie COC Brabant en LKG T&T Eindhoven hard nodig, omdat de sociale acceptatie van homo- en biseksuelen en transgenders nog altijd een probleem is. “Een op de drie homo’s en lesbo’s past op straat zijn of haar gedrag aan uit angst voor reacties van de omgeving”, licht COC-voorzitter Kay Sachse toe. “Dat moet stoppen en de politiek heeft daarvoor verantwoordelijkheid te nemen. Den Haag en gemeenten, maar ook de provincie kan en mag zich daaraan niet onttrekken en dient daarbij een coördinerende en stimulerende rol te spelen om de sociale acceptatie aan te jagen.”