Noord-Brabant

De SP- Statenfractie heeft op 12 mei jl een brandbrief over de meervalsector ontvangen en vervolgens heeft de fractie hierover gesprekken gehad met de Meervalwerkgroep en zich verder verdiept in de kwestie.

In 2004 is er,door de Provincie, innovatiesubsidie verstrekt aan het Tilapiaproject van de Stichting ZON Aqua Farm (gevormd door: v. Rijsingen Beheer, Anova, Rabobank Maashorst en Nutreco).
Met dit project zouden 5 bestaande meervalkwekerijen omgevormd worden tot duurzame Tilapiakwekerijen, die elk 600 ton aan capaciteit zouden hebben. Voor de totale financiering van het project hebben LNV, SRE en de Provincie subsidie verleent. Het aandeel van de Provincie was € 1,1 miljoen subsidie die gefaseerd uitgekeerd zou worden. De belangrijkste voorwaarde voor het verlenen van deze subsidie was het opzetten van in totaal 5 “duurzame Tilapiakwekerijen”; welke samen maximaal 3000 ton op jaarbasis aan Tilapiacapaciteit zouden moeten hebben (kweken en verwerken) en met dit project voor 75-80 Fte’s aan werkgelegenheid zou moeten creëeren (incl. verwerking).

De eerste Tilapiakwekerij zou in 2005 en de laatste in 2006 gerealiseerd moeten worden.
In 2008 wordt in de eindevaluatie van de Stichting ZON Aqua Farm vermeld dat zij een derde Tilapiakwekerij willen realiseren. Hiermee zou de capaciteit van alle drie de Tilapiakwekerijen uitkomen op 2000 ton/jaarbasis wat kostendekkend zou zijn. De Provincie heeft net als voor de eerste twee ook voor deze derde Tilapiakwekerij subsidie verleent. De Provincie heeft blijkbaar bij de derde Tilapiakwekerij haar subsidie naar beneden bijgesteld waardoor de verleende subsidie in totaal € 900.000 bedroeg. Dit zou zijn gebeurd als gevolg van het terugbrengen van het aantal Tilapiakwekerijen van 5 naar 3 en de capaciteitsvermindering (van 3000 naar 2000 ton).

Vervolgens is gebleken dat de derde Tilapiakwekerij in 2009 niet is gerealiseerd terwijl er hiervoor wel subsidie is verleend. In de eerste twee Tilapiakwekerijen werd zeer kort na hun realisatie al weer Meerval gekweekt en verwerkt. Door gebruikmaking van subsidies voor Tilapiakwekerijen werd de capaciteit verhoogd en veel innovatie en vernieuwing doorgevoerd waardoor er veel meer Meerval gekweekt en verwerkt konden worden dan daarvoor. De eerste was in september 2007 en de tweede in oktober 2007 al overgegaan naar het kweken en verwerken van Meerval.

Hoewel dit niet de bedoeling was, is er dus rechtstreeks subsidiegeld gegaan naar het kweken en verwerken van Meerval. Er is ook geen wijzigingsvoorstel ingediend voor de omschakeling naar Meerval/Claresse. Het is onduidelijk of de Provincie in 2009 op de hoogte was c.q. geïnformeerd is door de Stichting ZON Aqua Farm dat de eerste twee Tilapiakwekerijen over zijn gestapt naar het kweken en verwerken van Meerval.
Blijkbaar is er nog geprobeerd om van Meerval een “nieuwe” vissoort te maken door hem “Claresse” te noemen. Maar er ligt een gerechtelijke uitspraak, door de RvS ook bevestigd, dat “Claresse” gewoon “Meerval” is en dat deze niet in combinatie met de subsidie gekweekt mag worden tijdens de realisatieperiode.

N.a.v. het bovenstaande heeft Nurettin Altundal van de SP Statenfractie de volgende vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten:

1. Bent u op de hoogte van het innovatieproject Tilapiakwekerij in 2005 en de voorwaarden van het verlenen van de innovatiesubsidie?
2. Kunt u ons informeren over de exacte subsidievoorwaarden en de afspraken die met Stichting ZON Aqua Farm zijn gemaakt inzake de financiering van Tilapiaproject door de Provincie?

3. De innovatiesubisie van € 1.1 miljoen was verleend voor 5 Tilapiakwekerijen. Dit is door de Provincie later naar beneden bijgesteld tot € 900.000. Op basis van welke toedelingformule/voorwaarden is besloten om de totaal toegekende subsidie bij te stellen op € 900.000? Bent u het met ons eens dat op basis van € 1.1 miljoen (wat oorspronkelijk is verleend voor het project) de gemiddelde subsidie per kwekerij € 220.000 bedraagt. Op basis hiervan zou in feite de subsidie verminderd moeten worden met € 440.000 (minus twee kwekerijen) waardoor de hoogte van de bijgestelde subsidie € 660.000 moet bedragen?

4. Klopt het dat de Provincie in 2009 niet op de hoogte was van het feit dat de eerste twee Tilapiakwekerijen over gestapt waren naar het kweken en verwerken van Meerval?

a) Zo ja wat heeft uw Provincie bij constatering van dit feit hiertegen gedaan? Welke stappen heeft u ondernomen om oneigenlijk gebruik van de innovatiesubsidie voor het Tilapiaproject terug te vorderen?
b) Zo nee, waarom heeft de Provincie dan in 2009 besloten om voor de derde Tilapiakwekerij subsidie te verlenen terwijl is gebleken dat in de eerste twee Tilapiaprojecten, in tegenstelling tot de voorwaarden en gemaakte afspraken, Meerval werd gekweekt en verwerkt?

5. Bent u op de hoogte van de gerechtelijke uitspraak, door de RvS ook bevestigd, dat “Claresse” gewoon “Meerval” is en dat deze niet in combinatie met de subsidie gekweekt en verwerkt mag worden tijdens de realisatieperiode? Zo ja, welke gevolgen heeft dit op de door de Provincie verleende innovatiesubsidie voor het Tilapiaproject?

6. Bent u met de SP fractie eens dat indien het is gebleken dat de innovatiesubsidie niet juist is besteed en de Stichting ZON Aqua Farm zich niet heeft gehouden aan de gemaakte afspraken en de subsidievoorwaarden, dat hiermee de schijn wordt gewekt van fraude met innovatiesubsidie?

7. Is uw College het met de SP fractie eens dat door de innovatiesubsidie de bestaande Meervalkwekerijen in feite onder de mom van “duurzame Tilapiaproject” gemoderniseerd en in capaciteit uitgebreid zijn en dat dit de Meervalsector in Nederland verzadigt heeft en daarmee andere Meervalkwekerijen in moeilijkheden heeft gebracht?

8. Heeft de Provincie door het verlenen van de innovatiesubsidie aan Stichting ZON Aqua Farm, direct of indirect een concurrentievoordeel gegeven aan bedrijven die aangesloten zijn bij deze stichting? Zo ja, hoe denkt uw College dit te kunnen verantwoorden naar de Meervalsector? Zo nee, kunt u dit nader beargumenteren?

9. Bent u het met de SP-fractie eens dat deze kwestie veel haken en ogen heeft en dat de onderste steen boven moet komen om elke schijn van partijdigheid van de Provincie uit te sluiten waarbij aan de Stichting ZON Aqua Farm een concurrentievoordeel is gecreëerd middels innovatiesubsidie?

10. Is uw College bereid om een uitgebreide gespreksnotitie te maken voor de Commissie Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen over het Tilapiaproject, de consequenties hiervan voor de Meervalsector en de inhoudelijke en financiële verantwoording van de verleende innovatiesubsidie?