Opinie: Kritisch kijken naar rijkdom provincies is volkomen terecht
Opinie: Kritisch kijken naar rijkdom provincies is volkomen terecht
Subsidies en uitkeringen moet je geven aan instellingen en mensen die dat hard nodig hebben om hun werk te kunnen doen of om van te kunnen leven. Als dat zonder subsidie of uitkering kan, dan moet de uitkering of subsidie stoppen. Waarom? Omdat subsidies en uitkeringen altijd verstrekt worden uit gemeenschapsgeld en dat moet dus daar terechtkomen waar het echt nodig is.
Maar hoe zit dat in provincieland, bij de provinciale politici?
De provincie Noord-Brabant is schatrijk. Een paar voorbeelden: Vorig jaar lieten Gedeputeerde Staten bij de begrotingsbehandeling aan Provinciale Staten weten dat zij 300 miljoen euro over hadden, waarvan zij niet wisten waaraan zij die nu weer eens uit zouden moeten geven!
In het jaar 2000 gaf de provincie Noord-Brabant in totaal 375 miljoen euro uit. Weet u hoeveel het nu is? 1.100 miljoen euro!! Een verdrievoudiging in 9 jaar tijd dus. Komt dat omdat de provincie zoveel meer taken is gaan uitvoeren? Welnee, de provincie is vooral met geld gaan strooien. Zo krijgen de 5 grote Brabantse steden in 4 jaar tijd honderden miljoenen van de provincie, voor bijvoorbeeld projecten als de Brabanthallen in Den Bosch.
Geen weggegooid geld en leuk natuurlijk voor provinciale politici om de gulle gever te kunnen spelen, maar daar was de provincie toch helemaal niet voor bedoeld en een keer per jaar op 5 december Sinterklaas is toch echt voldoende.
Hoe komt de provincie aan haar geld? De provincie heeft een aantal wettelijke taken en daarvoor krijgt zij geld van het Rijk, de zogenaamde doeluitkeringen. De provincie heft daarnaast belasting via de motorrijtuigenbelasting en natuurlijk ontvangt Brabant ook nog eens elk jaar meer dan 100 miljoen aan dividend van Essent. Dat geld van Essent is nooit terugbetaald aan de burgers, de motorrijtuigenbelasting is nooit verlaagd. Gevolg, de provincie weet met een groot gedeelte van haar geld niet zo goed wat zij ermee moet.
Maar bovenop dit alles krijgt de provincie ook nog een uitkering van het Rijk. De zogenaamde uitkering uit het Provinciefonds. En dat Provinciefonds is natuurlijk niks anders dan door ons gezamenlijk opgebracht belastinggeld.
Als we nu even teruggaan naar de stelling dat je uitkeringen alleen moet verstrekken aan personen en instellingen die dat hard nodig hebben, is het toch niet meer als logisch dat het Rijk dat in dit geval ook doet? Het Rijk doet dit overigens niet alleen bij Brabant, maar ook bij o.a. Gelderland, Noord- en Zuid-Holland en er is een provincie, Flevoland, wiens uitkering met ongeveer 15 miljoen verhoogd wordt.
De provincies zouden vooral in alle bescheidenheid hun wettelijke taken moeten verrichten. Zeker zolang nog niet eens 50% van de mensen voor de provincie gaat stemmen, past bescheidenheid en is een grote broek totaal misplaatst. Natuurlijk mogen provincies wat bescheiden reserves hebben en natuurlijk is er niks mis mee als provincies in sommige noodsituaties in de bres springen en iets meer doen dan hun wettelijke taken. Als de ambulance tekort schiet bijvoorbeeld of als er grote problemen zijn in de jeugdzorg.
Natuurlijk kun je ook discussiëren over de hoogte van het bedrag dat het Rijk wil besparen op de provincie, maar er is geen enkele reden om moord en brand te schreeuwen en hier niet in alle rust met het Rijk over te overleggen.
Wij hebben graag een overheid die kritisch naar haar uitgaven kijkt, en dan zou je best eens tot de conclusie kunnen komen dat het geld dat nu als uitkering naar de provincies gaat, beter zou kunnen gaan naar gemeenten, voor bijvoorbeeld een betere uitvoering van de WMO, de thuiszorg. Want het zijn vooral gemeenten die vaak zware taken, met veel te weinig geld erbij, krijgen opgelegd.
Nico Heijmans, fractievoorzitter SP-statenfractie.
Spencer Zeegers, Lid Sp-fractie Provinciale Staten
- Zie ook:
- Opinie