GS over De Heus: te laat, te slap, te vaag
GS over De Heus: te laat, te slap, te vaag
Veel te laat is het college van Gedeputeerde Staten (GS) gekomen met de antwoorden op schriftelijke vragen van SP-statenlid Ron van Zeeland over de Bossche en Ravensteinse vestiging van diervoederproducent De Heus.
De lange denktijd die GS namen, hebben niet bepaald tot echte antwoorden geleid.
Ron van Zeeland: ”Op simpele vragen draaien GS rond de pot. Men hoeft het niet met de SP-fractie eens te zijn, maar toon lef en schrijf dat gewoon op. Dan weten de inwoners van Den Bosch West, Engelen én van Ravenstein ook waar ze aan toe zijn.
Zo weigeren Gedeputeerde Staten zich uit te spreken over de onwenselijkheid van overheveling van productiecapaciteit – lees stank -van Den Bosch naar Ravenstein en hullen ze zich in nietszeggende woorden wanneer ik vraag naar dreigende geuroverlast in Engelen. GS antwoordden te laat, te slap en te vaag.”
Vandaag heeft de SP-er nog maar eens aanvullende vragen gesteld met het dringende verzoek deze binnen de gestelde termijn te beantwoorden. Hij herhaalt nog maar eens dat het goedkoper is om - nu er Rijksgeld los komt - van twee overlastgevende vestigingen, er één te maken op voldoende afstand van woonwijken.
Hieronder de vragen zoals ze vandaag zijn ingediend (in de bijlage de antwoorden van GS op de vragen van 30 juli):
Geacht College,
Gisteren heeft uw college – tweeënhalve week te laat – de antwoorden op mijn schriftelijke vragen ex artikel 3.2 RvO gepubliceerd. U hebt weliswaar ruim de tijd genomen, maar toch ben ik van mening dat de kwaliteit en duidelijkheid van uw antwoorden te wensen over laat. Hierbij een tweede poging met het dringende verzoek binnen de termijn in te gaan op de door mij gestelde vragen.
Ik verwijs voor de inleiding naar mijn schriftelijke vragen over De Heus van 30 juli jongstleden.
1. Kunt u bevestigen dat de volledige productie van De Heus, locatie Kop van ’t Zand naar een nieuw te bouwen vestiging in ’s-Hertogenbosch gaat en níet overgeheveld wordt naar de vestiging Ravenstein van het bedrijf?
2. Acht u het wenselijk dat productiecapaciteit van de Bossche vestiging van De Heus overgeheveld wordt naar de Ravensteinse vestiging, ongeacht of dit past binnen de vigerende milieubeschikking? Zo ja, waarom?
3. Bent u met de SP-fractie van mening dat voorkomen moet worden dat na verplaatsing van De Heus binnen ’s-Hertogenbosch, inwoners van Engelen en ’s Hertogenbosch West geuroverlast ervaren zoals de inwoners van ’t Zand en de binnenstad voorheen hadden?
De overheid kan, wanneer een situatie zich voordoet, het initiatief te nemen om een gewenste verandering tot stand te brengen of op zijn minst te stimuleren. Aangezien er geen NIMBY-gelden vrijgemaakt zijn voor De Heus Ravenstein en de gebiedsvisie voor Noordoost Brabant nog op zich laat wachten, ligt er nu een kans om de verplaatsing van de Bossche vestiging te koppelen aan verplaatsing van de Ravensteinse vestiging tot één nieuwvestiging. Zo is het velen malen duurder om twee keer een bedrijf te verplaatsen dan in één keer van twee bedrijfsvestigingen één grote vestiging te maken.
4. Bent u met de SP-fractie van mening dat de Provincie ook zelf het initiatief kan nemen om bepaalde ontwikkelingen te stimuleren danwel af te remmen? Meer specifiek in dit geval: het bijeenbrengen van bedrijf en gemeenten Oss en ’s Hertogenbosch, ook al komt de vraag slechts van één gemeente?
5. Op welke termijn kunnen Provinciale Staten een integrale gebiedsvisie tegemoet zien voor de regio Noordoost Brabant?
6. Bent u het met mijn fractie eens dat in een dergelijke visie geen plaats is voor een overlastgevend bedrijf op een overstromingsgevoelige locatie zoals De Heus in de Ravensteinse uiterwaard?