h

SP wil het eindrapport Verkenning Duurzame Polder

10 juni 2020

SP wil het eindrapport Verkenning Duurzame Polder

Afgelopen 14 mei ontvingen de staten een Statenmededeling met betrekking tot de ‘Verkenning Duurzame polder: resultaten en vervolg’, gedateerd 24 maart. In deze Statenmededeling werd duidelijk dat er een eindrapport ligt over de Verkenning Duurzame Polder.

Het bevreemdt de SP-statenfractie en de  lokale raadsfracties, dat het eindrapport nog niet gedeeld wordt, zogenaamd vanwege de Corona-maatregelen, maar dat tegelijkertijd in deze statenmededeling er wel al uit geparafraseerd wordt. Daarbij wordt er ook een inkijk gegeven in de raadsvoorstellen. Voorstellen, die bij de Raden zelf op het moment van schrijven dus nog niet bekend zijn.  Daardoor ontstaat het gevoel dat een aantal zaken al in verregaande voorbereiding is.

Daarom heeft Maarten Everling van de SP-Statenfractie Noord-Brabant de volgende vragen aan het College van Gedeputeerde Staten gesteld:

  1. Kan het college ons het eindrapport per ommegaande toezenden?
  2. Kan het college zich de verbaasde reacties van raadsleden over deze gang van zaken voorstellen en wat is de reactie van het college hierop?

Onder 3.5 in de Statenmededeling wordt aangegeven:

Daarnaast biedt het de mogelijkheid om rekening te houden met gefaseerd ontwikkelen (2030 met doorkijk naar 2050) en het borgen van de ruimtelijke kwaliteit ook na 2030 aangezien de polder meer ruimte biedt dan de RES-opgave voor beide gemeenten tot 2030;

We snappen dat de ruimtelijke kwaliteit voor de langere termijn geborgd moet zijn. Echter, het specifiek openhouden van een gefaseerde ontwikkeling, tot 2050, lijkt daarmee juist op gespannen voet te staan. Nota bene in onze eigen Interim Omgevingsverordening (Art. 3.37) staat opgenomen dat windturbines tijdelijk van aard zijn en dat het landschap in oorspronkelijke staat hersteld moet worden.

 

  1. Kan het college reflecteren op de aangehaalde passage uit de Statenmededeling en het genoemde artikel uit de Interim Omgevingsverordening?

 

De SP hecht grote waarde aan draagvlak voor grootschalige energieopwek vóórdat de schop de grond in gaat. Het coalitieakkoord dicht ook grote waarde toe aan draagvlak. Daarover heeft de SP-fractie de volgende vragen:

  1. Is er volgens het college op dit moment sprake van draagvlak voor grootschalige energieopwek in de polder tussen Den Bosch en Oss? Waar blijkt dit uit?
  2. Deelt het college de mening van de SP dat draagvlak niet vanzelfsprekend is en dat daar de nodige moeite voor gedaan moet worden?
    1. Zo ja,  nu de drie colleges de Geffense, Lithse, Nulandse en Rosmalense polders geschikt achten voor het grootschalig opwekken van zonne- en windenergie, hoe gaat het college zich dan hard maken voor draagvlak voor de plannen bij de inwoners en omwonenden van deze polders?
    2. Zo nee, waarom niet?
  3. Is het college het eens met de SP dat burgers en raadsleden voldoende tijd moeten krijgen om zich in te lezen en dat het daarom niet past om gereedliggende rapporten maandenlang geheim te houden?

 

  1. Deelt het college de mening van de SP dat wanneer grote investeerders en projectontwikkelaars de lusten opstrijken van grote windmolenparken en omwonenden vooral met de lasten blijven zitten, dat dit slecht is voor het draagvlak?
    1. Zo ja, hoe gaat het college dit voorkomen?
    2. Zo nee, waarom niet?
  2. Is het college bereid om in de directe omgeving van de polder een referendum te organiseren over het uiteindelijke plan?

Reactie toevoegen

U bent hier