h

Wat te doen met één miljoen?

21 juli 2018

Wat te doen met één miljoen?

Een miljoen minder varkens. Dat is het streven van minister Schouten. Verdeelt over heel Nederland. Klinkt veel, tot je beseft dat er 12,4 miljoen varkens in Nederland zijn. De helft daarvan, 6 miljoen, bevindt zich hier, in Brabant. Ter illustratie: de nummers 2, 3 én 4 (Gelderland, Limburg, en Overijssel) huizen samen zo’n 5,4 miljoen varkens. Mocht deze sanering evenredig over Nederland verspreid gaan worden, dan nog zullen er ruim 5,5 miljoen varkens rondlopen in Brabant. Zet dat zoden aan de dijk wat betreft de overlast? Misschien in de extreme gevallen, maar ik betwijfel het. Toch is het een goede zaak dat er eindelijk óók vanuit het kabinet de erkenning komt dat de huidige situatie niet langer kan en zij daar – zij het beperkt – ook stappen tegen onderneemt.

De hoofdlijnen van het plan liggen er, de precieze uitwerking wordt in het voorjaar van 2019 verwacht. Daar zullen we dus nog even op moeten wachten. Juist die invulling wordt cruciaal.

De één miljoen minder varkens bijvoorbeeld. Dit gaat gebeuren door varkensrechten op te kopen en ‘door te halen’. Vernietigen. Fijn zo. Dit wilt de minister marktconform gaan doen. Kort door de bocht kost dat per Brabants (en Limburgs) varken nu zo’n 120-130 euro. Wil je dus 500.000 Brabantse varkens ‘wegkopen’, ben je al zeker 60 miljoen kwijt. Dat is de helft van de beschikbare 120 miljoen. Tot nu zijn de prijzen in Gelderland en Overijssel de helft ten opzichte van Brabant, dat compenseert wel iets. Maar dan nog: dit is zonder de ‘beëindigingsvergoeding’ voor het waardeverlies van stallen en vergoedingen voor sloop en asbestsanering. Daarnaast lijkt mij dat prijzen omhoog zullen schieten zodra de overheid zich op de markt gaat bewegen om rechten op te kopen. Ik zou het dan ook knap vinden als de 120 miljoen toereikend blijkt te zijn.

Dan de vrijblijvendheid. Het is een vrijwillige regeling. Er zit geen enkele garantie op dat er überhaupt boeren gaan stoppen in de meest veedichte gebieden. Ik realiseer me dat boeren dwingen te stoppen een heel lastig en onwenselijk verhaal gaat worden, maar toch, de huidige voorgestelde vrijblijvendheid brengt te weinig zekerheid met zich mee voor omwonenden. Hier moet specifieke aandacht voor zijn, het beleid staat of valt hiermee.

Daarnaast is er sprake van dat een boer ook een slechts deel van zijn bedrijf – op een andere locatie – kan laten saneren, met het andere deel kan hij dan gewoon doorgaan. Klinkt mij vreemd in de oren. Ja, een deel van zijn bedrijf wordt warm gesaneerd en verdwijnt, maar wat let de ondernemer het daarvoor ontvangen geld te investeren in het ontwikkelen, laten groeien van zijn over blijvende locatie? Klinkt mij vreemd in de oren.

Nog zoiets: de zogenaamde ‘gedoogstoppers’. Dat zijn boeren die al aangegeven hebben te gaan stoppen voor 2020. In ruil daarvoor hoeven zij niet meer te voldoen aan nieuwe regelgeving. In nieuwe systemen hoeven zij niet meer te investeren. De discussie of zij mee mogen doen met de warme sanering loopt nog. Mijn mening: niet doen! Hier haal je nauwelijks winst mee, deze boeren zouden al stoppen en door ze ook met deze regeling mee te laten doen geef je ze een dubbelvoordeel. Niet alleen is dat alleen al onwenselijk, maar het is ook oneerlijk voor ‘nieuwe’ potentiële stoppers.

Nu heb ik het eigenlijk nog alleen maar gehad over de sanering, maar dat is maar een deel van het verhaal. Zestig miljoen is gereserveerd voor innovatie, met als belangrijkste onderdeel de brongerichte aanpak. Klinkt goed. Waar ik mij nog wel zorgen over maak is de definitie die het hoofdlijnenakkoord daaraan lijkt te geven: snel verwijderen van mest uit de stal… en een snelle verwerking.

De combinatie van mestverwerking en innovatie wordt al heel lang genoemd als dé oplossing in de veehouderij. Voor het mestoverschot, voor stankoverlast, voor de milieuproblematiek. Tot nu toe heeft dat geleid tot één ding: verdere schaalvergroting. Daar moeten we nu echt vanaf. Dat die weg heilloos is bewijst de enorme afname van de biodiversiteit en de toename van (gezondheids)klachten van omwonenden, wat weer leidt tot een afname van draagvlaak in de maatschappij.

Nee. De één miljoen is een goed begin, maar ook niet meer dan dat. Daarnaast is de precieze invulling van alle regelingen cruciaal. We zullen zien of de 1 miljoen ook daadwerkelijk gehaald gaat worden en of het de overlast in met name het oosten van Brabant daadwerkelijk zal afnemen. We zullen zien.

Maarten Everling (Uden) is fractievoorzitter van SP Noord Brabant

Reactie toevoegen

U bent hier