h

SP heeft grote zorgen over uitbreiding vleeskalveren tegen bebouwde kom Schaijk

25 juni 2018

SP heeft grote zorgen over uitbreiding vleeskalveren tegen bebouwde kom Schaijk

Een veehouder in Schaijk heeft vergevorderde plannen om
zijn bedrijf uit te breiden naar 1200 dieren, waarvan het overgrote deel
mestkalveren moeten gaan zijn. Deze dieren moeten geplaats gaan worden in een
nieuw te bouwen megastal.

 

Het zal niet onbekend zijn dat de intensieve veeteelt
volgens de SP niet past in een duurzaam en diervriendelijk Brabant. Ook deze
ontwikkeling vinden wij niet wenselijk. Daar komt bij dat dit specifiek geval
ons om meerdere redenen extra zorgen baart.

 

In de huidige situatie bevinden zich nu zo’n 200 kalveren
op het bedrijf, dit wordt dus verzesvoudigd. Het hoge aantal dieren verhoogt
het risico op ziekten. Het bedrijf bevindt zich op enkele tientallen meters van
de bebouwde kom van Schaijk, woningen en andere gevoelige objecten. Binnen een
straal 2000 meter staan maar liefst 2590 woningen. De GGD geeft onder andere
hierdoor aan dat het risico op vele infecties bij een zoönose uitbraak groot
is.

 

Daar komt bij dat de toename van het aantal dieren ook
een toename van het aantal verkeersbewegingen en activiteit op het terrein zelf
zal gaan betekenen. Met een toename van de geluidsoverlast als gevolg.

 

De SP vindt deze uitbreiding dan ook onacceptabel en daarom
heeft Maarten Everling de volgende vragen aan het College van Gedeputeerde
Staten gesteld:

 

1.       DeeltGS de mening van de SP dat zo’n flinke toename van het aantal dieren op één
bedrijf vrijwel letterlijk op de rand van de bebouwde kom onwenselijk is? Kunt
u uw antwoord ook toelichten?

2.       Hoe beoordeelt GS de risico’s voor de volksgezondheid en hoe verhouden de risico’s
zich tot het provinciaal beleid?

3.       Vindt
GS het aannemelijk dat de geluidsoverlast toe zal nemen? Waarom wel, waarom
niet?

 

De uit te breiden stal bevindt zich in het
stalderingsgebied. De ondernemer is al langere tijd bezig met deze uitbreiding,
maar de daadwerkelijke toelichting van de adviseur bij de benodigde
bestemmingsplanwijziging dateert van 11 december 2017. Hierover hebben wij de
volgende vragen:

 

4.       Dient de ondernemer in dit geval over een stalderingsvergunning te beschikken voordat
de uitbreiding plaats kan vinden? Kunt u uw antwoord ook toelichten? Indien het
antwoord ja is, kunt u aangeven of deze vergunning ook verleend is?

 

Eén van de zorgen rondom deze uitbreiding is een toename
van geuroverlast. Nu meent de ondernemer dit terug te kunnen brengen door het
gebruik van een luchtwasser. De overlast in de nieuwe situatie zal volgens hem
daardoor op papier niet hoger zijn dan de huidige situatie, wat een
traditionele stal betreft zonder wasser. Uit de stukken blijkt echter dat het
om een zogenaamde combinatie luchtwasser gaat. Een type luchtwasser waarvan
recentelijk bleek dat het opgegeven rendement van 85% bij lange na niet gehaald
wordt. De SP verwacht daarom wel degelijk een toename van geuroverlast. Daarbij
zal de uitstoot van ammoniak hoger zijn dan aanvankelijk opgegeven.

 

5.       Deelt GS de analyse van de SP dat de verwachte geuroverlast in deze situatie niet af
zal nemen door het gebruik van een combiluchtwasser? Kunt u uw antwoord ook
toelichten?

6.       Deelt GS de analyse van de SP dat de ammoniakuitstoot hoger zal zijn dan in de
plannen van uit is gegaan? Waarom wel, waarom niet?

7.       Welke gevolgen voor natuur, milieu en de directe leefomgeving heeft de hogere
ammoniakuitstoot?

8.       Welke gevolgen heeft deze hogere uitstoot voor de uitbreidingsplannen?

 

Reactie toevoegen

U bent hier