Noord-Brabant

Op 5 februari werd bekend dat de provincie €4 miljoen moet betalen als vergoeding voor gemaakte kosten aan een agrarisch ondernemer wiens plannen voor een bedrijf met 17000 varkens en een biogasinstallatie sneuvelden door gewijzigd provinciaal beleid. Naar aanleiding van deze beslissing van de rechter heeft de SP-Statenlid Veerle Slegers de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Brabant:

 

1. Op grond van welke berekeningen en argumenten is de rechter gekomen op de vergoeding van €4 miljoen voor zes jaar van gemiste inkomsten en kosten van vergunningaanvragen?

 

2. Is dit volgens u een correcte, in de afgelopen zes jaar marktconforme berekening?

 

3. Hebt u zelf een berekening van gemiste inkomsten en
vergunningaanvragen van deze ondernemer laten maken en zo niet, waarom niet? Als u die berekening wel heeft laten maken, verschilde die van die van de rechter? Zo ja, hoe verschilde die berekening?

 

3. Als die berekening fundamenteel verschilde, bent u dan
van plan in beroep te gaan tegen de beslissing van de rechter in deze? Zo niet, waarom niet?

 

4. Bent/gaat u met de gemeente Deurne in gesprek over een bijdrage door Deurne aan de vergoeding, omdat het de gemeente Deurne was die in 2008 met deze ondernemer een mondelinge afspraak maakte dat zijn
bedrijf met 17000 varkens en een biogasinstallatie
in Liessel zou mogen komen, ook al werd er toen al gesproken over mogelijke wijzigingen in provinciaal beleid en was er toen al veel maatschappelijke weerstand tegen deze grootschaligheid in reeds overbelast gebied? Zo ja, hoeveel zou Deurne volgens u moeten bijdragen aan de vergoeding? Zo niet, waarom heeft u niet met Deurne
gesproken?

 

5. In de Nederlandse rechtspraak is volgens democratische beginselen een overheid gerechtigd om beleid te wijzigen mits burgers of ondernemers die daardoor schade lijden schadeloos worden gesteld. Bent u het met de SP eens dat het weliswaar juridisch
onontkoombaar lijkt om deze ondernemer een dergelijke vergoeding te betalen maar dat dit maatschappelijk en ethisch onaanvaardbaar is omdat linksom of rechtsom de samenleving en de burger dus moeten betalen voor
private bedrijfsplannen waar ten tijde van ontwikkeling
al door veel Brabantse burgers grote maatschappelijke en
gezondheidstechnische vraagtekens bij werden gezet, omdat die plannen een toch al sterk door vee en veegerelateerde activiteiten overbelaste regio nog veel meer zouden belasten? Zo niet, waarom vindt u van niet?

 

6. Hoeveel andere schadevergoedingsclaims van agrarische ondernemers op grond van veranderd provinciaal beleid kunnen we nog verwachten voor welk totaalbedrag?

 

7. Is de door de provincie gemaakte reservering van €15
afdoende voor de afhandeling van deze schadeclaims? Zo niet, hoe dekken we de meerkosten? 

 

8. Er zijn in Brabant zowel agrarische ondernemers als
adviesbureaus die de wettelijke en politieke ruimte die de landelijke en Europese overheden helaas nog steeds bieden aan door het provinciebestuur en Brabanders grootschalige, maatschappelijk ongewenste (want noch ecologisch, noch economisch, noch sociaal, noch
gezondheidstechnisch toekomstbestendige) bedrijfsmodellen voor veehouderij ten volle benutten voor alleen privaat gewin, terwijl zij allang weten hoe groot die publieke weerstand is. Bent u bereid tegen deze ondernemers en adviseurs uit te spreken dat hun
plannen ongewenst zijn en dat u met de landelijke overheid in gesprek bent over zo snel mogelijk implementeerbare bestuurlijke mogelijkheden
om die plannen te blokkeren en alleen nog écht toekomstbestendige bedrijfsontwikkeling toe te staan? Zo niet, waarom niet?

 

9. Op welke manieren probeert u bij deze agrarische
ondernemers en vooral bij hun adviseurs, hun banken en hun afnemers eindelijk de boodschap tussen de oren te krijgen dat grootschalige, gangbare industriële veehouderij in Brabant maatschappelijk noch bestuurlijk draagvlak meer heeft en dat provinciebestuur, burgers,
consumenten en gelukkig ook steeds meer andere agrarische ondernemers alleen nog gezonde, eerlijke, sociale, ecologische en economisch verstandige voedselproductie en veehouderij in Brabant
willen?