h

Provincie bevestigt mechanisme chemisch spuiwater en Dijksma stuurt brief over sulfaatvervuiling

7 februari 2015

Provincie bevestigt mechanisme chemisch spuiwater en Dijksma stuurt brief over sulfaatvervuiling

 

Ongeveer gelijktijdig twee ontwikkelingen, die beide met sulfaat in de bodem te maken hebben en daarmee met de vragen, die de SP medio januari in de provincie gesteld heeft. De ene is dat die vragen beantwoord zijn, de andere is dat staatssecretaris Dijksma over ongeveer hetzelfde onderwerp een brief naar de Tweede Kamer gestuurd heeft.
In beide documenten wordt de realiteit van de overdosis aan sulfaat erkend voor de langere termijn. Dijksma ziet geen onmiddellijke problemen (naar de mening van de SP ten onrechte).

Chemische luchtwassers dienen ertoe om ontsnappende ammoniak uit stallen weg te vangen.

De beantwoording In zijn beantwoording (dd 3 febr 2015) bevestigt de provincie grofweg het mechanisme, zoals dat in de vragen gesteld wordt. Als men spuiwater van chemische luchtwassers uitrijdt over weiland of akkerbouwland, is de totale hoeveel zwavel in de sulfaatvorm groter dan het gewas aan kan. De provincie noemt iets lagere aantallen, maar dat verandert de essentie niet. In de SP-vragen was sprake van een sulfaataanbod dat ca 2 a 3 * de behoefte van gras was, in de provinciale beantwoording is dat 1,5 tot 2,5 keer zoveel.
Het sulfaat uit de overmaat aan zwavelzuur (dat dus als zwavelzuur in het spuiwater komt) zit niet in deze berekening opgenomen omdat het niet mogelijk bleek dit te kwantificeren.

Er worden inderdaad geen eisen gesteld aan de zuiverheid van het gebruikte zwavelzuur. Slechts van belang is wat de mestregelgeving zegt over het zware metalengehalte in mest. Het resultaat daravan kan trouwens behoorlijk oplopen. Op zandgrond met intensieve veehouderij tot (in 2003) 255 gr koper en 66gr zink per hectare per jaar.

Het gebruiken van citroenzuur i.p.v. zwavelzuur (een idee van Wageningen uit 2011) is nu niet mogelijk (en zou nader onderzoek vragen), omdat zwavelzuur in de Regeling Ammoniak en Veehouderij wettelijk is vastgelegd.

Er zijn in Brabant 750 locaties waar een chemische luchtwasser vergund is, maar daar zitten ook stallen tussen die nog niet feitelijk gebouwd zijn. De opgetelde vergunningen leiden tot ca 135.000 tot 170.000 m3 chemisch spuiwater per jaar.  Het is onbekend hoeveel hiervan naar elders afgevoerd wordt.
Bij de door de provincie genoemde 1000 kg per hectare per jaar (ca 1m3 per hectare per jaar), moet het om ongeveer evenveel hectares gaan waarover chemisch spuiwater wordt uitgereden, dus om 1350 tot 1700 km2. D.w.z., als de vergunningen volledig vol gemaakt worden en er niets wordt afgevoerd naar elders. Ter vergelijking: de oppervlakte van heel Noord-Brabant is 4919 km2. In een flink deel van de provincie wordt dus de bodem verziekt.

De brief van Dijksma Twee weken nadat de SP in Brabant zijn vragen had ingediend, stuurde staatssecretaris Dijksma een brief naar de Tweede Kamer die ook over een toenemende hoeveelheid sulfaat in de grond ging, en waarover ze advies had gevraagd aan de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM).
De CDM legde hetzelfde mechanisme uit als ook de in de SP-vragen uitgelegd en merkte op dat “In gebieden met intensieve veehouderij, veelal op zandgrond, kan toediening van spuiwater met zwavelzuur lokaal leiden tot een hoge sulfaatuitspoeling”.

Verder besteedt de CDM aandacht aan een tweede mechanisme, dat ertoe kan leiden dat het sulfaatgehalte in de bodem gaat stijgen, namelijk het aanzuren van mest met zwavelzuur. Dit mechanisme (dat pas recent in de belangstelling is komen te staan) is niet meegenomen in de SP-vragen. De bedoeling van dit mechanisme is om de ammoniak al in de mest te binden, dus nog voor hij in de atmosfeer komt.
Voor de zwavelbalans kan dat echter een beduidend groter probleem zijn. Een studie van het Nutriënten Management INstituur (NMI) ujit Wageningen noemt zwaveldeposities op landbouwland van 125 – 175 kg zwavel per hectare. Per jaar, als er één keer per jaar wordt uitgereden. Dat is het drievoudige van wat er via de spuiwater-route op het land zou komen.
De CDM toont zich dan ook geen fan van deze techniek.
Het toevoegen van zuur aan mest leidt vaak tot het vrijkomen van H2S, een zeer giftig gas. Deze praktijk is dus niet gevaarloos.

Na de bespreking van beide technieken zegt Dijksma dat “er op dit moment geen sprake is van een milieuprobleem” maar dat “zwavelhoudende meststoffen op termijn gevolgen kunnen hebben voor de waterkwaliteit”. Daarom “zal zij zich beraden of het nodig is nadere eisen te stellen aan het gebruik”.

De SP denkt dat men dit in Deurne een wel erg afstandelijke benadering vindt.

Reactie toevoegen

U bent hier