h

Schaliegas, het vervolg…

24 september 2013

Schaliegas, het vervolg…

Op donderdag 19 september hield de Tweede Kamer een hoorzitting over schaliegas. Tal van deskundigen en belangenbehartigers waren uitgenodigd om Tweede-Kamerleden inzicht te geven in de stand van zaken van de techniek en de maatschappelijke discussie over het boren naar schaliegas. Ik was daar uitgenodigd om er namens de provincie mijn licht over te laten schijnen. Dit heb ik de Tweede-Kamerleden meegegeven:

Als er een beslissing moet worden genomen over het al dan niet boren naar schaliegas, staat de provincie formeel-juridisch slechts aan de zijlijn, zou je kunnen zeggen. Maar ik kan u verzekeren dat het aan die zijlijn zo langzamerhand behoorlijk druk geworden is.

En dat is niet zo verwonderlijk, want het gaat hier om een breed, maatschappelijk vraagstuk. Het gaat over veiligheid, het gaat om economisch gewin, het gaat over ons milieu, het gaat over onze leefomgeving, het gaat over boortorens in de achtertuin.

De schaliegasdiscussie ráákt mensen. Mensen voelen zich erbij betrokken, vinden er iets van – willen er iets over kwijt. Het is iets wat ons allemaal aangaat. Dat merk ik als provinciebestuurder op allerlei manieren. U merkt het hier ook vandaag.

Daarom verdient de schaliegasdiscussie het om breed, in alle openheid en op basis van zoveel mogelijk objectieve onderzoeksresultaten gevoerd te worden.

Een discussie over 1) veiligheid, 2) nut- en noodzaak en wenselijkheid en vervolgens eventueel nog 3) over de ruimtelijke aspecten.

Wat ons betreft ook in die volgorde, want veiligheid staat ook in Brabant – zeker met het oog op onze kostbare grondwatervoorraden – op de eerste plaats. Bovendien moeten we zeker weten dat we latere generaties niet opzadelen met negatieve gevolgen.

In de klankbordgroep, ingesteld bij het onderzoek van Witteveen en Bos hebben we ervaren dat de gedachte van breed onderzoek en van een brede discussie niet bij iedereen in Den Haag even snel en spontaan is geland. In dat opzicht is het prima dat de minister daarvoor nu anderhalf jaar extra vrijmaakt.

De impact die boren onder de grond heeft op wat er boven de grond gebeurt (denk alleen nog maar aan landschap en milieu), maakt dat we pleiten voor een grotere rol voor de provincies in de besluitvorming. Dat doen we ook in IPO-verband en ook het Rathenau Instituut zegt daar behartigenswaardige dingen over.

Proefboringen zijn een fuik
Er zijn op het gebied van veiligheid, nut en noodzaak nog veel vragen en onduidelijkheden. In die discussie over het nut van schaliegas speelt onmiddellijk de vraag naar ‘hoeveel van dat spul zit er eigenlijk in de grond’ een belangrijke rol. Is het te weinig, dan hoeven we er niet eens aan te beginnen. Maar om te weten over hoeveel gas we het eigenlijk hebben zal onderzoek nodig zijn. De druk om proefboringen uit te gaan voeren om deze informatie boven tafel te krijgen zal snel toenemen. En dat is een gevaar. Het is een fuik. De vergunningsvoorwaarden voor een proefboring zijn precies dezelfde als voor exploitatie en winningsboringen. Als Quadrila een vergunning krijgt voor een proefboring, is het zo goed als onmogelijk om hen later een exploitatievergunning te weigeren, zo werkt het bestuursrecht in Nederland.

Een uitweg kan nodig zijn
Om een dergelijke proefboring-met-fuik te voorkomen hebben we een nieuw instrument nodig. Bijvoorbeeld een ‘onderzoeksboring’. Daarmee bedoel ik boringen in het algemeen belang, op initiatief van en onder strakke regie van de overheid, gericht op verzamelen van zoveel mogelijk gegevens die een goed gefundeerde discussie over veiligheid, nut en noodzaak van schaliegasboringen mogelijk maken. En dus zonder dat we een bedrijf een vergunning voor proefboringen hoeven te verlenen, zodat we ná de brede maatschappelijk discussie in alle onafhankelijkheid nog kunnen kiezen om eventueel níet naar schaliegas te gaan boren, zonder dat we gevangen worden in de bestuursrechtlogica waar de éne vergunning gemakkelijk leidt tot de volgende en we elke grip verliezen.

Dat betekent niet dat Brabant onderzoeksboringen wíl. Sterker nog, Provinciale Staten hebben uitgesproken geen enkele boring te willen tot na de discussie. Maar om de fuik te vermijden geef ik u, leden van de Tweede Kamer, de suggestie mee om dit nieuwe instrument mogelijk te maken om in te kunnen zetten als de druk naar (proef)boringen wordt opgevoerd.

Tot slot – en daarmee maak ik het kringetje rond – nog een hartenkreet: draagvlak in de samenleving is een factor die bij de besluitvorming over het al dan niet boren naar schaliegas een rol dient te spelen. Daarom doe ik van harte een beroep op het Rijk om in het proces dat nu gaat volgen zorgvuldig te communiceren

‘Communiceren’ dat is tweerichtingsverkeer. Het is volgens mij uitermate belangrijk dat die de komende tijd goed van de grond komt.

Berichten in diverse media dat de provincie proefboringen of wat voor boringen dan ook zou bepleiten zijn dus abuis. Volgende week vrijdag nemen de Staten een definitief standpunt in. En tot die tijd geldt het adagium dat er in onze provincie niet wordt geboord.

Gedeputeerde Johan van den Hout (SP) heeft de portefeuille Ecologie en Handhaving

U bent hier