Noord-Brabant

De SP-Statenfractie maakt zich ernstige zorgen over gentechgewassen en de negatieve gevolgen. Naar aanleiding hiervan heeft SP-Statenlid Veerle Slegers de volgende vragen aan GS.

1. Zijn er op dit moment proefvelden voor genetisch gemanipuleerde mais of andere gentechgewassen in Brabant en zo ja, waar liggen die, hoe groot zijn
ze, met welke gewassen wordt er geëxperimenteerd door welke bedrijven gedurende welke periode?
2. Welke veldproeven met gentechgewassen zijn er de laatste vijf jaar gedaan in Brabant naast die met genmais in Gilze-Rijen en Gemert-Bakel, en met
welke resultaten?
3. Heeft bijvoorbeeld BASF in Brabant geëxperimenteerd met proefvelden voor genaardappels, zoals het voornemen van het bedrijf was? Zo ja, waar en
wanneer en met welk resultaat?
4. Lopen er aanvragen bij het Ministerie van IenM en of EL&I voor de aanleg van dit soort proefvelden in Brabant?

Gedeputeerde Staten antwoordden in 2008 op eerdere SP-vragen dat de verantwoordelijkheid voor het treffen van eventuele (juridische) maatregelen om de introductie van genetisch gemodificeerde organismen tegen te gaan niet bij de provincie ligt maar bij de rijksoverheid en de EU. Inmiddels is het gebruikelijk voor het Brabantse provinciebestuur om in geval van grote maatschappelijke twijfel over ontwikkelingen die in de Verordening Ruimte opgenomen provinciale belangen raken wel degelijk (juridische) maatregelen te treffen om die ontwikkelingen tegen te gaan: Zie bijvoorbeeld de besluitvorming op 10 maart 2010. Denk ook aan voorgenomen wijzigingen van de Verordening Ruimte na uitgebreid onderzoek over gezondheids- ecologische en maatschappelijke effecten van intensieve veehouderij. De SP-fractie is van mening dat er over genetische modificatie van gewassen voor menselijke en dierlijke consumptie inmiddels zoveel gerede wetenschappelijke én maatschappelijke twijfel bestaat (zoals ondermeer het aangehaalde Telegraaf-artikel aanhaalt) dat in het kader van de door de Staten noodzakelijk geachte transitie van het platteland het provinciebestuur inmiddels wel degelijk de verantwoordelijkheid heeft om provinciale belangen in het Brabantse buitengebied te borgen door beleidsopvattingen te gaan formuleren en die in de Verordening Ruimte op te nemen.

5. Bent u het eens met de SP-fractie dat het provinciebestuur de verantwoordelijkheid heeft om nieuwe wetenschappelijke inzichten en maatschappelijke
ontwikkelingen die raken aan provinciale belangen te vertalen in beleidsopvattingen? Zo niet, waarom niet?
6. Bent u het eens met de SP-fractie dat de steeds groter wordende twijfel over de gezondheidseffecten van gentechgewassen en over de verstoring van het
sociaal-economische machtsevenwicht in de voedselproductie aanleiding moet zijn voor de Staten voor het op korte termijn formuleren van
beleidsopvattingen over de wenselijkheid van gentechgewassen in Brabant, en voor het opnemen van die beleidsopvattingen in de Verordening Ruimte? Zo
niet, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om nog binnen de termijn die u Provinciale Staten onlangs hebt voorgesteld voor de beleidsrijke wijziging van de
Verordening Ruimte met een voorstel te komen voor opname van een verbod op gentechgewassen in Brabant? Zo niet, waarom niet?
7. Op welke manier kan een verbod op de aanleg van proefvelden met gentechgewassen in Brabant in de Verordening Ruimte worden opgenomen?