h

Geen megastallen maar eerlijke verdeling en burgers beslissen mee

13 december 2011

Geen megastallen maar eerlijke verdeling en burgers beslissen mee

Jarenlang verwelkomde het Brabantse provinciebestuur met open armen steeds meer vee, steeds grotere boerenbedrijven, steeds meer verkeer, stank, andere overlast en gezondheidsproblemen voor mens en dier. Brabant was het mekka van de intensieve voedselproductie. Dat is nu afgelopen. Afgelopen vrijdag debatteerden Provinciale Staten over het voorstel van Gedeputeerde Staten voor een andere koers voor het Brabantse platteland. Hieronder de bijdrage aan het debat van woordvoerder Veerle Slegers namens de SP-fractie.

De overgang naar een ecologisch, economisch, esthetisch en ethisch verantwoord Brabants platteland. Daar snakt Brabant naar: boer, burger, buitenbewoner. En na vijf jaar onafgebroken op stap door het Brabants buitengebied: De SP ook. In die tijd zijn we als SP tot conclusies gekomen die we nu in het voorstel van Gedeputeerde Staten terugzien en zelfs in het rapport van de commissie van Doorn. Want ja: Lang voordat van Doorn aan zijn adviesklus begón, was al duidelijk dat grootschaligheid meer kapot heeft gemaakt dan ons allemaal lief is.

Burgers niet meer buitenspel

Burgers zijn volkomen buitenspel gehouden in de zogenaamde Reconstructie van het platteland. Economische winst stond voorop en dan kwam er een hele tijd niets, en daarna pas mensen en gezondheid en dieren en landschap. De cowboys met hun dure juristen hebben het Reconstructieproces naar hun hand gezet over de rug van hun buurtgenoten. In meer dan één gemeente is sprake geweest van eenzijdige agrarische belangenbehartiging, met een averechts effect overigens, want nu zitten we met ons allen met de gebakken peren. Ook de boeren, want zij worden in het maatschappelijk debat gebrandmerkt als boeven. Terwijl ze door politiek, bestuur, grootwinkelbedrijven en industrie tegen elkaar worden uitgespeeld en met hun hoofd in een strop gejaagd. De SP is het dus van harte eens met het voorstel van het college: Geen stallen groter dan 1,5 hectare en burgers moeten kunnen meebeslissen over hun directe leefomgeving.

Boeren verdienen bestaanszekerheid

Wat ook duidelijk is: ‘Boeren’ is niet alleen een inkomstenbron maar vooral een manier van leven van een behoorlijke groep Brabanders. Boeren doe je niet alleen met je hoofd en je handen maar ook met je hart. Hoe lang staan we nog toe dat steeds meer boeren de individuele vrijheid wordt ontnomen om op deze manier hun leven én hun bestaanszekerheid in te vullen? Door de ‘shake out’, de grote opruiming als gevolg van de grootschaligheid komt de voedselproductie en dus de zeggenschap daarover in handen van een steeds kleiner internationaal industrieel conglomeraat. Dat heeft niet zozeer bestaanszekerheid voor de individuele ondernemer en zijn gezin of kwaliteit van product en productieproces voor ogen. Maar wel kostenminimalisatie in het productieproces en winstmaximalisatie voor de aandeelhouders.

Baas over onze eigen voedselproductie

Agrarische bedrijvigheid en voedselproductie staan niet meer in dienst van overleving en gezondheid van de mens en van de samenleving maar van het genereren van korte-termijnwinst voor een kleine groep industriëlen en medeprofiteurs. Hoe lang staan we die winst- en machtsconcentratie nog toe? Hoeveel zeggenschap over de kwaliteit en beschikbaarheid van ons eigen eten, onze eigen gezondheid en onze eigen overleving geven we nog uit handen? Dat zijn cruciale vragen, waarop de SP in elk geval antwoordt: Nooit meer! Laten we het hier stoppen! Het Brabantse koersdocument is een mooie samenvatting van het proces dat we met ons allen de afgelopen jaren hebben doorlopen in Brabant en doet, en dat vinden we er zo goed aan, een grote stap in de goede denk- en handelrichting.

Stallen niet groter dan 1,5 hectare

Want hoe kun je die grote opruiming en die machtsconcentratie nu tegengaan? Vast staat dat we dat in Brabant niet alleen kunnen: Daarvoor zijn ook politieke wil en bestuurlijke maatregelen nodig vanuit Den Haag en Brussel. Dat is op dit moment lastig met een kabinet dat niet alleen met de rug naar Brussel staat maar ook naar de werkelijke oorzaken en oplossingen voor overleving van de agro-sector, en met een Europese Commissie en Parlement die erg gevoelig zijn voor de onontkoombare lobby-activiteiten van de multinationale bedrijven. Maar we kunnen wel wát, en in elk geval moeten we profiteren van onze Brabantse voortrekkersrol: Hier kwamen de grootste problemen aan het licht, hier ontstonden de maatschappelijke discussie en het Burgerinitiatief, hier namen we in maart 2010 historische besluiten, hier werd de cie. v. Doorn ingesteld en hier ontstond het voorstel om de groei van stallen te begrenzen tot 1,5 ha. Alle ogen op Kwatta, dus op Brabant. Er worden oplossingen van ons verwacht, en laten we met ons allen tonen dat we die verantwoordelijkheid aandurven en aankunnen. Dat we van Brabant een vruchtbare voedingsbodem kunnen maken waaruit oplossingen kunnen ontkiemen die zowel onze voedselproductie weer gezond en levensvatbaar maken voor consument, producent, dier en leefomgeving.

Ecologie Economie Esthetiek en Ethiek.

(Met dank aan milieu-organisatie Urgenda voor de goedgekozen termen.) De voorstellen van het college voor de invulling van de provinciale rol in die overgang naar een leefbaarder en levensvatbaarder platteland gaan een aardig eind in de richting van die vier E’s. Het is volgens ons voor het eerst in de geschiedenis dat we in richtinggevend documenten van de Brabantse Gedeputeerde Staten terugzien dat serieus moet worden gewerkt aan lokaal maatschappelijk draagvlak, aan zeggenschap van burgers, dat grootschaligheid een doodlopende weg is, dat de Reconstructie is mislukt en snel van tafel moet. En dat er scherper en meer moet worden gehandhaafd op misstanden, dat er lokaal maatwerk nodig is met ruimte voor particulier initiatief en bedrijfsleven, in ruil voor maatschappelijke wederdiensten. Dat we de ecologische hoofdstructuur afmaken ondanks de absurde, destructieve van bovenaf opgelegde bezuinigingen.

Regels overtreden? Streng handhaven!

Lokaal maatwerk met ruimte voor initiatieven van burgers en bedrijven is nodig. Maar we moeten in beleid en de Verordening Ruimte de bescherming van alle provinciale belangen van gezondheid, natuur, water, landschap en leefomgeving blijven regelen. En handhaven op stank, ammoniak en fijnstof gaat niet alleen over luchtwassers maar ook over handhaven op veel te hoog vastgestelde geurnormering door gemeentes. Een jaar geleden waren er van de 11.420 bedrijven nog steeds 400 zonder luchtwasser. Provinciaal moet er genoeg capaciteit voor controle zijn. En de provincie moet concrete maatregelen en sancties kunnen opleggen aan gemeentes die bijvoorbeeld hun geurnormering onverantwoord hoog hebben gesteld en die daar dan ook nog eens niet op handhaven.

Fair trade voor Brabantse boeren

We zijn het uiteraard eens met de adviezen over volksgezondheid, sluitende kringlopen en dierwelzijn die de commissie van Doorn doet en die het college onderschrijft. Alleen is er op de voorgestelde oplossingen van van Doorn wel wat af te dingen. Het Verbond van Den Bosch bijvoorbeeld: De SP vindt dat de onafhankelijke regievoerder die we als provincie gaan aanstellen wel degelijk het initiatief moet nemen om waar het kan de leden van het Verbond te wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om duurzaam vlees te gaan verkopen. ‘Duurzaam’ gaat trouwens niet alleen over milieu, over volksgezondheid en over dierenwelzijn maar ook over sociaal handelen: Over een eerlijke prijs voor de producent en over primaire schapruimte voor aanbod van lokale en regionale producenten. Fair trade voor Brabantse boeren. Eigen boer eerst, zeg maar.

Minder macht voor supermarkt en voedselindustrie

Nou zal dat Verbond van Den Bosch dat nooit en te nimmer vrijwillig gaan regelen. Daarin schiet van Doorn schromelijk tekort. Het is namelijk niet in het belang van de grote supermarktketens en agro-industriëlen. En dus is er geen prikkel. Die prikkel moet de overheid geven door wet- en regelgeving. Dat kan alleen de landelijke overheid, maar de onafhankelijke regievoerder vanuit Brabant kan en moet daar wel voortdurend toe aandringen in Den Haag en overal waar het kan. De onafhankelijke regievoerder mag dus geen banden hebben met de agrosector, zich actief met het Reconstructieproces hebben bemoeid of een praatclub worden maar moet autoriteit en doorzettingskracht hebben.

Verantwoord gezinsbedrijf moet lonen: eerlijkere verdeling opbrengst

Dan over de criteria die we moeten gaan stellen aan ruimtelijke en economische ontwikkeling op het platteland: Van Doorn stelt dat grootte, vorm en ligging van een bouwblok niet bepalend zijn voor een duurzame bedrijfsvoering. Dat zou dus betekenen dat een bedrijf ook groter of zelfs veel groter zou mogen worden. Dat gaan we dus niet doen! Dan gaan we onze doelen van volksgezondheid en leefbaarheid door gesloten kringlopen nooit halen. En een duurzame bedrijfsvoering gaat ook over sociaal-economisch verantwoord ondernemen: Over een fatsoenlijke opbrengst voor de boer zodat hij of zij het zich financieel kan veroorloven een ecologisch, economisch, esthetisch én ethisch verantwoord bedrijf kan runnen. De 4 E’s dus.

Regionalisering en verbreding van agro-productie

Als de landelijke overheid, met behulp van druk vanuit de samenleving en de consument én vanuit bestuurlijk Brabant, de grote supermarktketens stevig met wet- en regelgeving prikkelt tot het fatsoenlijk belonen van boeren, en we gaan in Brabant de regionalisering van de voedselproductie en de kleinschalige verbreding van agrarische activiteiten ondersteunen: Dan hóeven ze helemaal niet groter te groeien en kunnen ze zelfs met minder dieren toch een economisch gezond bedrijf voeren. En dat is wat de meeste burgers en buitenlui en heel veel boeren toch willen. De SP vindt dan ook dat het maximum van 1,5 ha. bouwblok een goeie prikkel is voor de agrarische sector en het Verbond van Den Bosch is om te zoeken naar een duurzame bedrijfsvoering volgens de 4 E’s. En dat er alleen mag worden gepraat over overschrijding van dat maximum als er is voldaan aan concrete criteria op het gebied van volksgezondheid, dierenwelzijn, milieu en landschappelijke inpassing. Maar ook, en dat willen we als criteria toevoegen: meerwaarde voor beheer en ontwikkeling van natuur en aangetoond lokaal maatschappelijk draagvlak.

Gezondheid als voorwaarde voor ontwikkeling bedrijf

Concrete criteria vaststellen en in de Verordening Ruimte opnemen is moeilijk: Over wat nou de veiligste afstand tussen stallen en woningen is, bestaat bijvoorbeeld geen duidelijkheid. Er wordt vaak gesproken van 250 m. Maar misschien moet dat in sommige gevallen wel meer zijn? En wanneer gaan we de totale hoeveelheid dieren en de dichtheid/concentratie van veebedrijven in een specifiek gebied eindelijk eens meenemen als criterium voor welke ruimte een bedrijf mag innemen? En nee: Er zijn nog geen gezondheidsnórmen maar al wel heel veel aanwijzingen, ook wetenschappelijk onderbouwd, dat concentratie van dieren en meerdere diersoorten vlak bij elkaar een menselijk gezondheidsrisico opleveren. Juist die bezorgdheid onder burgers over die risico’s moet volgens de SP al genoeg aanleiding zijn om nu eindelijk gezondheidscriteria te gaan hanteren. Daarom wil de SP ook een deskundige op volksgezondheid in de onafhankelijke regiegroep die de koerswijziging op het Brabantse platteland gaat uitwerken.

Lokaal maatschappelijk draagvlak

De provincie kan daar een steentje aan bijdragen door het boeren mogelijk te maken hun producten direct af te zetten aan consumenten in de regio. Je kunt er zelfs een combinatie van maken met burgerparticipatie, en dit is een SP-voorstel: Maak in je beleid en in je Verordening Ruimte het criterium draagvlak van lokaal maatschappelijk draagvlak concreet: Een bedrijf mag zich alleen duurzaam ontwikkelen als de buurt erover kan meebeslissen en ermee instemt. Maak als provincie en gemeente een traject mogelijk van burgerparticipatie waarin een lokale ondernemer verplicht in gesprek gaat met zijn of haar buurtgenoten over zijn of haar ontwikkelplannen. Die plannen kunnen alleen doorgaan als er overeenstemming in de buurt is. Gaandeweg zal de buurt zich meer betrokken gaan voelen bij die ontwikkelingen en bij zo’n bedrijf. En zullen buurtbewoners de producten van dat bedrijf af gaan nemen waardoor het bedrijf levensvatbaar wordt. Dat stimuleert ook nog eens de regionale voedselproductie. Laten we in Brabant, ook in de gemeenten, het gesprek maar eens aangaan over deze burgerparticicipatie.

Niet bang zijn voor burgers

En mede-politici en bestuurders: wees niet bang voor zeggenschap van burgers. Er zijn landen waar steden met twee miljoen inwoners al jarenlang met veel succes de besluitvorming het grootste deel van hun gemeentelijke budget op buurtniveau laten plaatsvinden. Maar ook dichter bij huis, zelfs in Brabant, hebben we burgers laten beslissen over hun directe leefomgeving. Daar zijn ideeën, methodes en systemen voor. Kijk naar de Integrale Dorpsontwikkelingsplannen, kijk naar de projecten met buurtparticipatie in Tilburg. De SP roept het college op zich daarop te oriënteren en er voorstellen voor te maken.

De nieuwe koers voor het Brabantse platteland:

• Regionale voedselproductie
• Verbrede voedselproductie (zorg, kleinschalig toerisme en/of handel, etc.)
• Volksgezondheid, welzijn van mens, dier en leefomgeving staan voorop
• Lokaal maatschappelijk draagvlak doordat buurtgenoten samen beslissen over ruimtelijke en economische ontwikkelplannen
• Eerlijkere verdeling in de keten van de opbrengst van de producten.
• Niet meer maar minder vee in Brabant. De bulk aan banden dus. Milieuvergunningen van vrijkomende bedrijven en stallen onmiddellijk intrekken om te voorkomen dat kapitaalkrachtige industriële ondernemers daar een tweede of derde bedrijf met weer meer dieren beginnen.
• Uitzonderingen op de 1,5 ha. alleen voor een ecologisch en economisch levensvatbaar, esthetisch en ethisch verantwoord ontwikkelplan met aangetoond lokaal draagvlak én te behappen voor één enkel gezin zonder structurele inzet van extra personeel en kapitaal.
• Meer, strenger en beter handhaven op overtreding van regels en afspraken

U bent hier