h

SP stelt vragen over beroepsmogelijkheden tegen ontheffing

23 juli 2011

SP stelt vragen over beroepsmogelijkheden tegen ontheffing

In de kennisgeving in de gedrukte media op 21 juli jongstleden van de provincie over de verlening van ontheffingen voor de zogenaamde lopende zaken intensieve veehouderij stelde het college van Gedeputeerde Staten dat uit de uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 juli 2011, kenmerk 201106895/1/R1, blijkt dat tegen de door GS genomen besluiten tot ontheffing geen beroep mogelijk is. Uit berichtgeving in het Brabants Dagblad blijkt dat een woordvoerder van de Raad van State zelf deze stelling niet kan bevestigen, omdat een en ander nog moet blijken in verdere procedures. Veerle Slegers van de SP-fractie heeft naar aanleiding van deze informatie de volgende vragen aan Gedeputeerde Staten:

1. Waarop baseert u de stelling dat er op grond van de betreffende uitspraak van de Raad van State geen beroep mogelijk is tegen uw ontheffingsbesluiten, terwijl volgens een woordvoerder van de Raad van State zelf nog verdere procedures moeten worden gevoerd alvorens hier eventueel een dergelijke conclusie over kan worden getrokken?
2. Met uw stelling dat er geen beroep mogelijk is, lijkt u voor de muziek uit te lopen. Het moet nog blijken of de Noord-Hollandse zaak zo vergelijkbaar is met Brabantse ontheffingen dat er precedentwerking van uit zal gaan. Daarnaast loopt er behalve in Brabant zelf ook nog een landelijk debat over mogelijke maatschappelijke gevolgen van deze ontheffingen, vooralsnog zonder politieke en beleidsmatige uitkomst. Bent u het met de SP-fractie eens dat de uitspraak van de Raad van State met kenmerk 201106895/1/R1 niet per se aanleiding hoeft te geven tot de conclusie dat er geen beroep mogelijk is tegen verleende ontheffingen en dat het beter is te wachten met dit soort conclusies totdat er verdere juridische procedures zijn gevolgd én totdat landelijk en in Brabant het maatschappelijke debat is gevoerd? Zo niet, waarom niet?
3. Bent u het met de SP-fractie eens dat burgers de mogelijkheid moeten hebben om in beroep te gaan tegen een beslissing van de provinciale overheid die voor hen gevolgen kan hebben in plaats van te moeten afwachten tot de gemeentelijke overheid overgaat tot actie op grond van de provinciale beslissing? Zo niet, waarom niet?
4. In Brabant loopt reeds enige jaren een heftige discussie over de economische belangen van de agrarische sector die volgens veel Brabanders door de overheid beter zijn behartigd dan de sociale, ruimtelijke en gezondheidsbelangen van burgers. Nu stelt u dat er geen beroep mogelijk is tegen door u genomen ontheffingsbesluiten. Gemeenten en benadeelde agrariërs kunnen wel in beroep gaan bij de Raad van State tegen uw recente weigering van ontheffingsverlening in 28 aanvragen. Kunt u zich voorstellen dat door uw in de ogen van de SP-fractie premature stellingname burgers nu wederom het gevoel krijgen dat de provinciale overheid wellicht provinciale belangen lijkt te behartigen maar in elk geval niet die van hen? Zo niet, waarom niet?

U bent hier