h

Laatste woord Tilapiaproject nog niet gevallen

15 juli 2011

Laatste woord Tilapiaproject nog niet gevallen

Op 22 mei jl. heeft de SP fractie schriftelijke vragen ingediend inzake het Tilapiaproject.
Hierop heeft het College schriftelijk gereageerd op 14 juni jl. De antwoorden gaven Nurettin Altundal van de SP Statenfractie aanleiding tot het stellen van nadere vragen:

In een brief van 21 augustus 2008 staat letterlijk “Aangezien de provinciale bijdrage bestemd is als cofinanciering van de Europese subsidie zoals vermeld in de brief van het ministerie van LNV van 30 nov. sluiten wij aan bij de voorwaarden zoals genoemd in dit besluit”.
a) Klopt het wat in deze brief staat dat provincie zich heeft gecommitteerd aan de voorwaarden van Europese subsidie en het ministerie van LNV?
b) Kunt u aangeven of in deze voorwaarde expliciet stond dat de subsidie bestemd was voor het Tilapiaproject, namelijk het kweken en de verwerking van Tilapia’s?
c) Indien provincie zich niet heeft aangesloten bij de genoemde voorwaarden wat was hiervan de oorzaak en wat waren de afwijkingen? Kunt u aangeven in welke schriftelijke document dit nadrukkelijk staat aangegeven?

Op Blad 2 van deze beschikking staat duidelijk bovenaan “het project volgens de beschikte subsidieaanvraag wordt uitgevoerd”.

d) De subsidieaanvraag betrof Tilapiaproject waarmee een 5 tal Tilapia kwekerijen en verwerkingsbedrijven opgezet zouden worden. Kunnen wij aan de hand van de beschikking stellen, dat met “het project volgens de beschikte subsidieaanvraag wordt uitgevoerd” wordt verstaan dat het gaat om het opzetten van een 5 tal Tilapiakwekerijen en verwerkingsbedrijven?

In de beschikking wordt tevens gesteld dat de subsidie wordt verstrekt op basis van de eindrapportage (30 september 2008). Daarnaast wordt er ten onrechte vanuit gegaan dat claresse en meerval 2 verschillende vissoorten zijn.
e) Bent u met ons eens dat deze eindrapportage niet geheel juist is omdat er niet wordt gesproken over het feit dat men al toen volledig was overgeschakeld op meerval kwekerijen?
f) Bent u met ons eens dat hiermee informatie achtergehouden is die relevant was voor vaststelling van de definitieve subsidie op basis van de subsidievoorwaarden?

U stelt dat in de voorwaarden bij de subsidieverleningbeschikking is opgenomen dat bij onderschrijding van de begroting lager wordt afgerekend en niet dat bij een lagere prestatie naar rato wordt afgerekend. Conform deze voorwaarden is afgerekend op € 654.765.

g) Hoe verhoudt dit antwoord zich met de voorwaarden van budget (project)subsidie waar het destijds om ging?

h) In de voorwaarden van de prov. Staat art 25.1 “GS kunnen een budgetsubsidie in de vorm van een product-of aktiviteiten-subsidie verlenen aan instellingen en organisaties, waarbij meetbare activiteiten en/of prestaties worden gekoppeld aan de te vertrekken subsidie”. In Art 25.2b Productsubsidiering staat expliciet dat een directe relatie moet worden gelegd tussen de verleende subsidie en het na te streven resultaat. In de projectaanvraag van 9 april 2004 (zie uw antwoord 14 juni) staan de te bereiken resultaten duidelijk vermeld. Bent u met ons eens dat de vooraf gestelde resultaten van het Tilapiaproject niet zijn gerealiseerd? Wat zijn volgens de subsidievoorwaarden de consequenties als de resultaten niet worden bereikt?

i) U stelt dat de aanvrager (Stichting ZON Aqua Farm) had verklaard de 3e kwekerij bij Foolen eind juli 2008 in gebruik heeft genomen. Hoe heeft de controle hierop door de provincie plaats gevonden?

j) Was u destijds op de hoogte dat de derde kwekerij in feite dezelfde is als de 1e kwekerij die qua capaciteit vergroot is (1e kwekerij was 400 ton ipv 600 ton grootte)?

k) Kunt u aangeven waarom deze 3e kwekerij gesubsidieerd kan zijn NA de einddatum van het project namelijk1 juni 2008 nadat alles was afgesloten, terwijl de 3e kwekerij 12 september 2008 operationeel werd?

l) De derde kwekerij is eind juli 2008 in gebruik gegaan voor de opstart van het biologisch systeem. Met andere woorden: het ging om proefdraaien. Pas op 12 september is voor het eerst vis ingezet. Er wordt hier niet gesproken van Tilapia of meerval, maar van “Vis”. Weet uw provincie welke vissoort er in is gezet of het om Tilapia of om Meerval ging?

m) Wat was nu het feitelijke resultaat van het project op de einddatum? Hoeveel ton Tilapia is daadwerkelijk geproduceerd en verwerkt in de twee Tilapiakwekerijen tot einddatum van het project? Hoeveel ton Tilapia werd er gekweekt in de derde Tilapiakwekerij?

Hoewel de provincie de voorwaarden van LNV volgt heeft de provincie geen korting opgelegd in lijn van de ministerie omdat er tijdelijk meerval is aangetroffen in een van de kweekbakken van de aanvrager. Dit mocht niet op basis van de subsidievoorwaarden! Kunt u zeggen waarom de provincie ook geen boete c.q. korting heeft opgelegd?

Deelt u onze opvatting dat:

a) door te stellen dat er geen eis was dat na de projectperiode geen meerval gekweekt mocht worden in de gesubsidieerde kwekerijen, de vooraf vastgestelde subsidievoorwaarde om met de subsidies alleen Tilapia te kweken en verwerken blijkbaar schijnvoorwaarden waren!
b) de doelstelling van de subsidie blijkbaar vooraf niet ondubbelzinnig helder was namelijk voor het kweken en verwerking van Tilapia’s.
c) de Ministeriele subsidie blijkbaar niet alleen toegekend was voor Tilapiaproject, maar ook voor kweken en verwerking van andere vissoorten zoals Meerval?
d) de provinciale subsidie in de lijn van de ministeriele subsidie blijkbaar ook niet alleen is toegekend voor het Tilapiaproject?
e) Het blijkbaar vanzelfsprekend is dat het met subsidie van Tilapiaproject gerealiseerde innovatie, verbeteringen, e.d. zonder consequenties ingezet kan en mag worden voor kweken en verwerking van andere vissoorten?
f) dat in feite met bijna in totaal 9 miljoen aan subsidie voor het Tilapiaproject in feite ook de provincie heeft meegewerkt aan het creëren van concurrentievoordeel voor de betreffende bedrijven samengevoegd in de stichting.
g) door de subsidie’s gerealiseerde innovatie en investeringsvoordelen al tijdens projectperiode en daarna uiteindelijk meerval is gekweekt en daarmee andere meervalkwekerijen uit te markt zijn gewerkt.

Graag willen wij uw onderbouwde mening over onze opvatting vernemen.

h) Geldt dit nog steeds indien de provincie haar eigen einddatum van project- en subsidieperiode hanteert?
i) Op de einddatum van het project bleek dat er geen Tilapia’s gekweekt werden. Waarom heeft provincie in haar eindafrekening toch besloten om de subsidie alsnog toe te kennen?

Ten Slotte:
a) Volgens de subsidievoorwaarde mocht het doel van het project niet gewijzigd worden (o.a. art. 5c, 6.2, 6.4, 36a.) Kan op basis hiervan gesteld worden dat Meerval uitgesloten was omdat het Tilapiaproject het doel had om Tilapia te kweken en verwerken?

b) Was uw college vooraf op de hoogte dat een gedeeltelijke realisatie van het project geen zin had, omdat het Tilapiaproject pas rendabel was bij 2500-3000 ton kweken en verwerking en dat dit gerealiseerd zou worden met 5 Tilapiakwekerijen?

c) Gedurende de projectperiode bleken 3 Tilapiakwekerijen gerealiseerd te zijn waarin meerval werd gekweekt. Is er door de provincie tijdens de projectperiode of daarna toestemming gegeven voor het kweken van meerval in deze Tilapiakwekerijen die met subsidie zijn gerealiseerd?

d) Is uw College bereid om als provincie of in samenwerking met de ministerie een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar:
- Het bestedingsdoel van de in totaal bijna 9 miljoen aan subsidie voor Tilapiaproject en of Stichting ZON Aqua Farm deze al dan niet op juiste wijze heeft besteed.
- de concurrentievoordeel die de bedrijven aangesloten bij de Stichting ZON Aqua Farm autonoom of als stichtingsvorm hebben gehad dankzij de subsidie.
- de gevolgen voor meervalsector door de subsidie aan het Tilapiaproject waarmee uiteindelijk meerval is gekweekt en verwerkt.

U bent hier