SP Statenfractie stelt vragen over Regeling Brabantse Verkoopgarantie Woningen
SP Statenfractie stelt vragen over Regeling Brabantse Verkoopgarantie Woningen
N.a.v. een online bericht (klik hier) waarin stond dat de provincie Noord Brabant vrijwel zeker miljoenen Euro’s zal verliezen door de “Regeling Brabantse Verkoopgarantie” heeft Nurettin Altundal van de SP Statenfractie vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten.
De regeling, die twee jaar geleden ingesteld werd, was bedoeld om kopers van een nieuwbouwwoning een garantie te geven op de verkoop van hun oude huis. Deze regeling is in januari van dit jaar gestopt. Volgens de berichtgeving hebben zich er in totaal 850 mensen voor deze regeling aangemeld.
Nurettin Altundal heeft de volgende schriftelijke vragen gesteld:
1. Klopt het aantal van 850 woningen die in de berichtgevingen genoemd worden, zo ja kunt u dit specificeren over 2009 en 2010?
2. Op de website van de provincie staat dat er op dit moment 878 aanvragen ingediend zijn. Hiervan zijn er in totaal 472 verkoopoptie-overeenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van ruim € 115 miljoen. Hoe is de stand van zaken met de afwerking voor de overige woningen? Komen alle overgebleven aanvragen volledig dan wel gedeeltelijk in aanmerking voor de regeling van verkoopgarantie? Zo ja, kunt u ons hierover nadere informatie geven?
3. Klopt de tekst in de berichtgeving dat het gaat om 90% van de taxatiewaarde waarvoor provincie garant staat of gaat het om de volledige taxatiewaarde?
4. Wat is de gemiddelde waarde van de woningen waarvoor de provincie thans garant staat?
5. De taxatiewaarde van de woning mag volgens de regeling niet hoger zijn dan € 350.000. Kijkend naar de totaal aantal aanvragen, kunt u ons een specificatie geven over het aantal woningen in de verschillende prijsklassen? Graag met onderverdeling in prijsklassen als: 150.000-200.000 / 200.000-250.000 / 250.000-300.000 en 300.000-350.000.
6. Hoe is de verspreiding van de aangemelde woningen in de verschillende regio’s? Zijn er concentraties in bepaalde regio’s of plaatsen in Brabant?
7. Klopt de tekst in de berichtgeving dat voor de provincie een verlies van enkele tientallen miljoenen dreigt? Zo ja, hoe groot is dit en hoe denkt uw college dit verlies te gaan opvangen?
8. Welke effect heeft de daling van de woningprijzen op de waarde van de aankopen? Met andere woorden is de taxatiewaarde van twee jaar geleden nog steeds dezelfde taxatiewaarde van nu? Wat is het verschil in bedragen en percentages?
9. Wat is het totale bedrag waarvoor de provincie garant stond in 2009 en 2010? Hoe verhoudt de financiële waarde zich van de garantstelling 2009 ten opzichte van 2010 en die van 2010 ten opzichte van 2011?
10. Wat zijn de plannen van uw College met deze woningen die nu in eigen bezit zijn?
11. Wat zijn de extra kosten voor de provincie van deze regeling, m.n. het in beheer houden van woningen, verkoop, etc.?
12. Is de bijdrage van de regeling voor de doorstroom op de woningmarkt en ook m.b.t. andere motieven kwantificeerbaar? Zo ja, wat zijn naast de feitelijk verstrekte garanties de meetbare resultaten?
13. Zijn er woningen die op basis van de huidige waarde bestemd kunnen worden als categorie
“sociale woningen”?