h

SP kwaad over Voorlopig Advies over Ruit Eindhoven

15 april 2010

SP kwaad over Voorlopig Advies over Ruit Eindhoven

Al geruime tijd loopt de Plan-MER, waarin van diverse alternatieven voor de Oost-West verbinding van de Ruit Eindhoven onderzocht wordt wat de effecten zijn op de natuur, het water, het leefmilieu, de economie, het verkeer en de ruimtelijke indeling.

Hoewel de PlanMERprocedure nog lang niet voltooid is, heeft de provincie Noord-Brabant, samen met het SRE, met een persbericht van 26 februari 2010 een “Voorlopig advies over Ruit Eindhoven” uitgebracht. Op hun beurt beroepen de Provincie en het SRE zich op een voorlopig bestuurlijk advies van de Stuurgroep Noordoostcorridor, waarin naast een aantal bestuurders ook de BMF en het Waterschap zitten. Het persbericht is geschreven alsof er binnen de Stuurgroep volstrekte unanimiteit bestaat.

In het persbericht wordt zeer duidelijk aangegeven dat er voor de Stuurgroep maar één variant serieus in beeld is, namelijk een Oost-West verbinding in de buurt van het Wilhelminakanaal (gekoppeld aan een opwaardering van de N279). Deze variant wordt nu al als voorkeursvariant beschouwd. In het persbericht worden hiervoor slechts economische en verkeerskundige argumenten aangedragen.

Het gaat hier echter om een politiek omstreden project. Vooral vanwege de natuurwaarden die doorsneden worden in de aan het Wilhelminakanaal gekoppelde varianten. Daarnaast vragen velen zich af of de weg genoeg nut heeft om een investering van ca 1 miljard euro te rechtvaardigen.

Door nu al, halverwege de PlanMER, een keuze te maken voor het Wilhelminakanaal en door daarbij slechts economische en verkeerskundige argumenten aan te dragen, wordt de schijn gewekt dat de Provincie en het SRE de geesten nu al rijp maken voor de door hen gewenste einduitkomst. De vraag is of hier sprake is van een correcte en onbevooroordeelde omgang met een PlanMER.

Dit klemt temeer daar de onderliggende stukken nog allemaal geheim zijn. Ze worden pas openbaar als de PlanMER-procedure afgelopen is. De enige instantie, die de stukken kent, is de Stuurgroep en, naar men mag aannemen, ook GS en het SRE. Zij zitten immers in de Stuurgroep.

Volksvertegenwoordigers, vertegenwoordigers van belangengroepen, journalisten die zich willen verdiepen in de vraag of de Stuurgroep in redelijkheid vanuit haar documentatie tot dit voorlopige eenzijdige advies had kunnen komen, vangen bot.

Op het eind van het persbericht geeft u “nog even” aan dat “de stuurgroepen voor de noordoostcorridor en voor het middengebied (tussen Eindhoven en Helmond) samengevoegd worden”. Ook hieruit blijkt dat voor uw College de uitkomst van de PlanMER al vast staat, namelijk de Wilhelminavariant. Anders immers heeft deze samenvoeging geen zin.

Ook anderszins roept deze samenvoeging vragen op. Bij de bestuurlijke en politieke behandeling van het Bereikbaarheidsakkoord Zuidoostvleugel Brabant Stad zijn afspraken gemaakt over o.a. de toedeling van het Middengebied en de Noordoostcorridor. De Provincie zou trekker worden van de Noordoostcorridor, het SRE zou trekker worden van het Middengebied. Nu de Stuurgroepen van beide samengevoegd worden, dringt de vraag zich op wie trekker wordt van de combinatie.

Naar aanleiding hiervan heeft Wouter van der Staak van de SP Statenfractie de volgende vragen aan het college van GS gesteld:

1) De SP meent dat u op een bestuurlijk ongepaste manier met een PlanMER-procedure omgaat door lopende de procedure met een door u gewenst tussenresultaat naar buiten te komen. De SP ziet dit als bewust en berekenend ‘lekken’. Bent u dit met de SP eens?

2) De SP meent dat het bestuurlijk ongepast is om in een politiek gevoelige kwestie tussentijds met een standpunt naar buiten te komen dat al een duidelijke keuze inhoudt, terwijl de onderliggende documenten voor andere partijen dan GS en het DB van het SRE nog geheim zijn. Bent u dit met de SP eens?

3) De SP meent dat uw College er nu niet aan kan ontkomen om de documentatie, die ten grondslag ligt aan het Voorlopig Advies, ook voor andere partijen openbaar te maken. Bent u dit met de SP eens?

4) Betekent het feit dat er op basis van deze documentatie een publiek gemaakt Voorlopig Advies uitgebracht is, nu ook dat deze documentatie onder de Wet Openbaarheid van Bestuur valt?

5) Werd het Voorlopige Advies van de Stuurgroep unaniem door alle leden onderschreven en zo nee, door wie niet en waarom niet? Zo nee, waarom maakt u cq maakt de Stuurgroep daarvan dan geen melding in het persbericht?
6) Wie wordt trekker van de combinatie Middengebied-noordoostcorridor?

7) Hoe verhoudt zich naar uw mening het samenvoegen van de twee gebiedsopgaven met de bij het Bereikbaarheidsakkoord ZuidoostBrabant gemaakte politieke en bestuurlijke afspraken?

8) Bent u met de SP van mening dat het wel zo fatsoenlijk was geweest de mening van Provinciale Staten, van de SRE-raad en van de gemeenteraden in kwestie over deze samenvoeging te vragen? Zo u dit bij nader inzien alsnog vindt, bent u bereid om de daartoe benodigde stappen te zetten?

U bent hier