h

Sterksel: veel mis met Reiling en LOG

8 december 2009

Sterksel: veel mis met Reiling en LOG

Een verzameling bedrijfjes in het buitengebied van Sterksel zorgt voor veel overlast. De komst van een landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG Chijnsgoed) hangt de bewoners nog boven het hoofd. Statenlid Ron van Zeeland ging met fractiemedewerker Ramon Boersbroek op pad en stelde vandaag schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten.

Zie voor een verslag van het eerste werkbezoek aan Sterksel het blog van Ron van Zeeland: (klik hier) en het tweede blog over de openbare informatieavond voor inwoners van Sterksel (klik hier).

Hieronder de vragen aan Gedeputeerde Staten:

Geacht College,

In Sterksel is al geruime tijd onrust bij bewoners over het bedrijf Reiling BV. Het bedrijf is diverse malen in overtreding geweest. Overtredingen in de vorm van overschrijding van de geurnorm, een te hoge opslag, een teveel aan afvalverwerking, illegale lozingen en het illegaal gebruiken van een aggregaat. Naar aanleiding van gesprekken met bewoners, ambtenaren en de informatieavond in Maarheeze (25 november jl.) heeft de SP-fractie de volgende vragen:

1.
a) Welke afgeleide kosten zijn door de provincie gemaakt m.b.t. het bedrijf Reiling? Meer specifiek: kosten i.v.m. controle, toezicht & handhaving; kosten i.v.m. onderzoeken naar, en feitelijke aanpassingen van de verkeersinfrastructuur; kosten t.b.v. onderzoeken naar een nieuw toezichtsplan en de nieuwe milieuvergunning.
b) Vallen deze kosten in vergelijkbare situaties ten laste van de gemeenschap?

2. Tijdens de informatieavond kwam naar voren dat in Nederland geen onderzoek bekend is naar de gevolgen van het wonen nabij composteerinrichtingen. De weerslag van toenemende activiteiten op het terrein van Reiling en van geplande activiteiten in het LOG Chijnsgoed op de volksgezondheid worden momenteel door de GGD onderzocht (specifiek de inrichting van Reiling & het onderzoek naar de gevolgen voor de volksgezondheid van de intensieve veehouderij).

Op grond van welke argumenten, onderzoeken of prognoses:
a) overweegt u een verruiming van bedrijfsactiviteiten bij Reiling (i.h.k.v. nieuwe milieuvergunning)?
b) vindt u de bestemming van het LOG Chijnsgoed nog verantwoord?

3. Volgens toezichthouders spant Reiling qua klachten de kroon. Wanneer een klacht van de bewoner wordt gemeld is het belangrijk dat een controleur snel aanwezig is om de klacht te onderzoeken. Situaties waarbij een controleur 2 uur later te plekke is, zijn geen uitzondering en kunnen van invloed zijn op de meetresultaten. Momenteel is het zo dat een klacht bij de provincie wordt ingediend, beoordeeld en wordt doorgestuurd per elektronische post naar het SRE.

Bent u bereid om de klachtenprocedure zodanig te vereenvoudigen cq. te verkorten dat burgers de mogelijkheid krijgen om klachten direct bij het SRE telefonisch en per e-post te deponeren?

4. Bij de bijeenkomst op 25 november constateerde ik een grote kloof tussen enerzijds de beleving van omwonenden en anderzijds de juridisch-procedurele benadering van de provinciale ambtenaren. Zo wordt het gros van de ingediende klachten ongegrond verklaard en zijn veel klagers niet ontvankelijk bij gerechtelijke instanties, terwijl toch veel hinder wordt ervaren.

Wat onderneemt u ten aanzien van klachten van bewoners die juridisch niet
ontvankelijk zijn, maar blijkens het aantal klachten toch een grond hebben?

5. Volgens berichten in de media is al eens onderzocht of verplaatsen van de bedrijfsactiviteiten die onder de milieuvergunning van Reiling vallen een optie is. Financiering hiervan bleek niet het grootste probleem, het vinden van een geschikte alternatieve locatie à 30 ha zou het probleem zijn.

a) Deelt u deze analyse?
b) Is serieus gekeken naar verplaatsing van bedrijfsactiviteiten van Reiling?
c) Zo ja, welke opties lagen er voorhanden? Zo nee, waarom niet?

6. Momenteel is een rapport van de GGD naar de gevolgen voor de volksgezondheid van activiteiten in de inrichting Reiling in voorbereiding. Het is nu nog onduidelijk wat de gezondheidsrisico’s zijn van mensen die nabij het bedrijf Reiling wonen.

a) Kunt u dit bevestigen? Zo ja, wat wordt er precies onderzocht?
b) Bent u het met ons eens dat het niet verantwoord is om een nieuwe milieuvergunning af te geven terwijl de effecten van de bedrijfsactiviteiten voor de volksgezondheid nog niet bekend zijn?

7. Volgens Art. 2.3.3 milieuvergunning dienen alle laad- en los opslag en be- en verwerkingsactiviteiten van dierlijke mest, organische (afval-)stoffen en het digitstaat inpandig plaats te vinden in de opslaghal gesloten opslagen of de vergisitingsinstallatie.

a) Is hier door de provincie toezicht op gepleegd of handhavend opgetreden?
b) Hoe is e.e.a. te rijmen met de opslag van compost e.d. in de open lucht?

8. De huidige vergunning voor het aantal verkeersbewegingen wordt door Reiling nog niet volledig benut. In de huidige situatie wordt door omwonenden al veel overlast ervaren van vrachtverkeer van en naar het betreffende terrein. Zo werd tijdens de informatiebijeenkomst gesteld dat ook buiten de vergunde uren vrachtverkeer van en naar het terrein plaats vinden.

Kunt u dit laatste bevestigen? Zo nee, bent u bereid de controle en handhaving op dit onderdeel te intensiveren?

9. Naast de problemen van geluidsoverlast ontstaat er ook fysieke schade als scheuren in muren en gebroken (hoofd-)waterleidingen a.g.v. het intensieve zware vrachtverkeer.

Wie is aansprakelijk voor dit soort schades?

10. In onze provincie zijn relatief veel composteerbedrijven actief. Over de gevolgen voor de volksgezondheid van wonen nabij composteerinrichtingen is in Nederland nog geen onderzoek gedaan. Op de bijeenkomst van 25 november jl. werd gewag gemaakt van het bestaan van buitenlandse onderzoeken (zie bijv. bronvermeldingen bij het Meldpunt voor Gezondheid en Milieu).

a) Bent u bekend met voornoemde (buitenlandse) onderzoeksrapporten?
b) Zo nee, bent u bereid deze kennis te (doen) vergaren en te (laten) onderzoeken of de resultaten één op één van toepassing zijn op bedrijven in Noord-Brabant – danwel zelf opdracht te geven tot een onderzoek naar de gevolgen van het wonen nabij composteerinrichtingen?
c) Zo nee, waarom niet?

11. Een omwonende meldde mij getuige te zijn geweest van een woordenwisseling tussen een toezichthouder en de provincie over de kwalificatie van een geconstateerde overtreding door Reiling (illegale lozing op het oppervlaktewater). De toezichthouder meldde een overtreding ‘categorie 1’ en de repressieve handhaver een ‘ongewoon voorval’.

a) Kunt u dit bevestigen?
b) Zo ja, waarom eiste de repressief handhaver een andere kwalificatie?
c) Zo nee, wat is uw lezing?
d) Heeft Reiling, conform artikel 1.5.1 van de milieuvergunning, schriftelijk gemeld dat een lozing heeft plaatsgevonden? En is die melding vergezeld gegaan van een eveneens verplicht rapport aan GS?
e) Zo nee, is het bedrijf hierop aangesproken en wat was hiervan het resultaat?

12. De SP-fractie had het wijzer gevonden, gezien de gevoeligheid en de veelheid aan vragen en klachten van omwonenden, dat een Gedeputeerde bij de bijeenkomst van 25 november 2009 in Maarheeze aanwezig was geweest. Ook de aanwezigheid van de GGD was wellicht zinvol geweest.

a) Wat is de reden voor de keuze voor een louter ambtelijke afvaardiging
namens de provincie?
b) Waarom was de GGD niet aanwezig op de informatieavond?

13. De SP-fractie beschikt over een ambtelijk verslag van bijeenkomst van 25 november 2009 in Maarheeze. Het verslag dat aan aanwezigen is verstrekt wijkt echter op onderdelen af van het verslag dat in ons bezit is. Zo ontbreken belangrijke vragen en antwoorden in het verslag dat aan de aanwezigen is toegezonden.

a) Wat is hiervoor uw verklaring?
b) Bent u alsnog bereid het hele verslag ter beschikking van de aanwezigen te stellen? Zo nee, waarom niet?

Ron van Zeeland,
SP-fractie

U bent hier