h

SP Statenfractie stelt vragen over mensonwaardige behandeling Poolse arbeidsters

13 augustus 2009

SP Statenfractie stelt vragen over mensonwaardige behandeling Poolse arbeidsters

De SP-fractie heeft meermalen in de Staten- en commissievergaderingen aangedrongen op een actieve rol van de Provincie als het gaat om menswaardige en gelijkwaardige behandeling van Pools en andere Oost-Europese arbeiders. Daarbij wezen we steeds op het belang van goede huisvesting, goede arbeidsomstandigheden en het bestrijden van huisjesmelkerij. Voor iedereen horen dezelfde normen te gelden! Als motivatie geldt voor de SP dat we alles op alles moeten zetten om grote fouten uit het verleden te voorkomen, zoals die gemaakt zijn bij de huisvesting, werkomstandigheden en behandeling van gastarbeiders in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw.

We willen voorkomen dat er over pakweg 10-20 jaar weer een parlementair onderzoek nodig is naar wat er mis is gegaan met de integratie, nu van mensen uit Oost-Europa. We willen dat iedereen er op dezelfde manier bij hoort, zoals ook in het programma Perspectiefrijk Brabant beschreven is:
“Jong en oud, arm en rijk, allochtoon en autochtoon, gezond en kwetsbaar: de provincie daagt iedereen uit om mee te doen aan de samenleving. Door te werken, te leren of te sporten. Door andere mensen te ontmoeten. Of door iets te betekenen voor anderen dan wel de omgeving. Brabanders maken immers met elkaar de samenleving waar het goed wonen, werken en recreëren – en dus goed leven – is!”

Bovenstaand citaat geldt kennelijk niet voor de tientallen Poolse vrouwen werkzaam op een landbouwbedrijf in Oirschot. Zij moeten –ook volgende de FNV – werken en wonen in mensonterende omstandigheden. Voor hen gelden ‘regels’ die elke autochtone Brabander als onmenselijk af zou wijzen en bestrijden. Onze fractie is geschokt door de inhoud van een artikel in het Brabants Dagblad van 12 augustus over de toestand bij dat landbouwbedrijf.

In de notitie ‘Huisvesting arbeidsmigranten” van 10 februari 2009, besproken in de commissie RM van 3 april 2009, stellen GS dat zij geen aanleiding zien om actie te ondernemen. GS wijzen daarbij op de verantwoordelijkheid van werkgevers en gemeenten. Gelet op de laconieke reactie van de gemeente Oirschot in het krantenartikel en de door Brabants Dagblad en FNV naar voren gebrachte feiten concluderen wij dat zowel gemeente als werkgever in onze ogen onverantwoord handelen.

De SP vermoedt op basis van meerdere signalen dat Oirschot niet de enige plek in Brabant is, waar dergelijke toestanden aan de orde zijn; het is overigens ook niet de eerste keer dat de FNV in actie komt.

Naar onze mening is het ook voor de Provincie hoog tijd om in actie te komen!

Spencer Zeegers van de SP Statenfractie heeft daarom de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten gesteld:

1. Zijn GS nog steeds van mening dat er geen aanleiding is om actie te ondernemen? Zo ja, hoeveel moet er mis gaan of zijn voordat het zover is?
2. Hoe rijmt u de feiten uit het artikel in het BD met uw eigen uitgangspunten in het bestuursakkoord en in het bijzonder in het deel “perspectiefrijk Brabant”?
3. Welke acties mogen we van u verwachten op korte termijn? En welke op lange termijn? Daarbij denken wij in het bijzonder aan huisvesting, arbeidsomstandigheden en veiligheid en meer in het algemeen aan menselijke waardigheid en respect.
4. Heeft u de gemeente Oirschot benaderd over deze kwestie? Zo ja wat is hiervan het resultaat?
5. Bent u bereid de commissies RM en EMG actief te informeren over deze kwestie en uw stappen?

U bent hier