h

Vragen aan het College van GS betreffende bouw zorgresorthotel op landgoed Blauwe Hoef

24 augustus 2008

Vragen aan het College van GS betreffende bouw zorgresorthotel op landgoed Blauwe Hoef

De Statenfractie van de SP heeft het provinciebestuur kritische vragen gesteld over de bouw van een zorgresortcomplex op landgoed de Blauwe Hoef langs de N269 in Hilvarenbeek. De SP vindt dit plan voor omvangrijke, niet in het landschap passende bebouwing een voorbeeld van ongewenste verrommeling van het Brabantse buitengebied. De fractie wil van het college van Gedeputeerde Staten weten of zij van plan is om maatregelen te treffen die de komst van het complex verhinderen. Daarnaast vraagt de SP het college om een inventaris te maken van andere ongewenste bebouwing in het Brabantse landschap en welke maatregelen er mogelijk zijn om die te bestrijden.

Afgelopen week werd bekend dat de Haghorstse projectontwikkelaar Roozen een zorgresorthotel (genaamd Hilverhoeve) wil gaan bouwen langs de provinciale weg N269 binnen het landgoed de Blauwe Hoef. Het betreft hier 26.000m2 bebouwing waarvan het ontwerp volgens de SP niet past binnen het half open landschap van de Blauwe Hoef. Hoewel de bebouwing niet gepland staat in de door de provincie vastgestelde natuur-, water en milieubeschermingszones, zijn Brabant en de Brabanders beslist niet gediend met dit plan, aldus SP-Statenlid Veerle Slegers. De omvang en het met de omgeving vloekende ontwerp van de bebouwing maken dit een ongewenste ruimtelijke ontwikkeling. “Dit plan is een zoveelste voorbeeld van het dichtslibben van het Brabantse buitengebied. Bewoners van het betreffende gebied noch daarbuiten profiteren van Roozens plan; alleen de ondernemer zelf wordt er beter van”, zegt Slegers.

”We gunnen elke Brabantse ondernemer en dus ook de heer Roozen zijn ambities en zijn verdiensten. Die mogen echter niet ten koste gaan van het kostbare, toch al onder zware druk staande en door ruimtelijke ontwikkelingen bedreigde buitengebied. Met het verdwijnen van weer een fiks stuk kenmerkende Brabantse leefruimte is er wéér een plek minder waar Brabanders nog rust, ontspanning, zuurstof, vrijheidsgevoel kunnen ervaren. Nog afgezien van de negatieve effecten die het verdwijnen van die leefruimte heeft voor het al zeer kwetsbare en in kwaliteit en kwantiteit afnemende leefklimaat voor flora en fauna.”

In het rapport van een recent onderzoek van het PON, Instituut voor Ontwikkeling in Noord-Brabant samen met Telos, Brabants Centrum voor Duurzame Ontwikkeling over de beleving van het platteland staat dat Brabanders verrommeling als één van de grootste ergernissen noemen. Volgens het Milieu- en NatuurPlanbureau betreft verrommeling “storende elementen in het landschap”. Ze tasten de leefbaarheid van de leefomgeving wezenlijk aan, met name die in het buitengebied.

Brabanders op het plattelanders wijzen in het onderzoek de provincie aan als verantwoordelijk voor het platteland. Het is volgens hen aan de provincie om goede keuzes te maken en die te vertalen in beleid. De SP-fractie vindt de plannen van ontwikkelaar Roozen voor een zorgresorthotel op het landgoed de Blauwe Hoef beslist geen goede keuze. Gedeputeerde Rüpp moet het volgens Statenlid Slegers wel met de SP eens zijn: Tijdens de overhandiging op 3 juni jongstleden van een OESO-rapport waarin stond dat Noord-Brabant geen echt platteland meer kent, pleitte Rüpp voor meer vrijheid voor de provincie om te kunnen voorkomen dat Brabant nog verder verstedelijkt. De SP-fractie is blij met deze uitspraak maar zou graag zien dat de gedeputeerde zijn woorden zo snel mogelijk omzet in daden.

(Dit zijn de vragen die de SP-fractie heeft gesteld aan het college van GS:

1. Is het college het eens met de SP-fractie dat de bouw van de “Hilverhoeve” om hierboven genoemde redenen niet past in het landschap van de Blauwe Hoef?
2. Welke machtsmiddelen heeft de provincie volgens het college sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening -ondanks het ontbreken van een provisorische verordening totdat het definitieve Structuurplan voor Brabant is vastgesteld- om de bouw van de “Hilverhoeve” tegen te houden?
3. Is het college van plan om door inzet van deze middelen daadwerkelijk actie te ondernemen om de bouw van de “Hilverhoeve” te verhinderen in plaats van het alleen bij mooie woorden te laten?
4. Is het college van plan om vanaf nu deze middelen actief te gaan gebruiken om ongewenste verrommeling in andere delen van het Brabantse platteland tegen te gaan?
5. Zo ja, is het college bereid om op korte termijn een inventaris te maken van momenteel plaatsvindende ruimtelijke ontwikkelingen in Brabant die verrommeling met zich meebrengen, zodat de provincie actie kan ondernemen om die verrommeling en aantasting van de Brabantse leefruimte te verhinderen?
6. Zo nee, waarom niet?
7. Op welke manieren denkt het college (waar gedeputeerde Rüpp immers deel van uitmaakt) zijn verantwoordelijkheid te nemen voor het landelijk gebied in Brabant en te voorkomen dat Brabant nog meer dan nu al het geval is verrommelt en verstedelijkt?

Artikel Brabants Dagblad

U bent hier