Noord-Brabant

Van het Haagse kunst- en cultuurbeleid hebben wij nooit veel begrepen. Alleen zien we dat Brabant altijd minder krijgt. Het nieuwe Fonds voor de Podiumkunsten, dat 56 miljoen te verdelen heeft, spant wat ons betreft voorlopig de kroon van ondoorzichtige en onvolgbare besluiten. Het NFPK stelde zelf beoordelingscriteria op en vervolgens beoordeelde het de aanvragen van in ieder geval twee algemeen gewaardeerde en alom geprezen oer-Brabantse organisaties, de Wetten van Kepler (theater) en Raz (dans), daar niet op. Op zijn zachtst gezegd onzorgvuldig. Zeg dan meteen: we moeten bezuinigen en jouw kop staat me niet aan, dus schrappen we je subsidie. Doe dan niet hypocriet net alsof je zorgvuldige afwegingen maakt, terwijl de enige afweging die is bij welke organisatie je, hopelijk zonder al te veel tegenspraak, het geld weg kunt halen.

De aanvragen voor de basisinfrastructuur worden beoordeeld door de Raad voor Cultuur. Zo ook Station Zuid, de ‘dansvoorziening’ voor het Zuiden. De Raad stelt: “Station Zuid is de enige instelling die een beleidsplan voor deze functie heeft voorgelegd. Een integrale afweging was daarom niet nodig.” Dat dankt je de koekoek. RAZ is er vorige keer gewoon uitgegooid en Station Zuid is met grote trom en loftrompet binnengehaald voordat ze ook nog maar iets gepresteerd hadden. En moet de Raad de prestaties van de eerste periode niet integraal afwegen tegen de papieren werkelijkheid van de nieuwe aanvraag?
Drie jaar geleden moest Raz, dat vijftien jaar uitstekend gefunctioneerd had als zuidelijke dansvoorziening, kost wat kost plaatsmaken voor een totaal nieuwe organisatie: het genoemde Station Zuid. Wij zijn er nog steeds van overtuigd dat daar persoonlijke politieke overwegingen aan ten grondslag lagen en zeker geen artistiek-inhoudelijke. Hans Tuerlings, de artistiek leider van Raz, is eigenzinnig en bevlogen. Hij gaat voor zijn kunst en doet het niet voor minder dan het ‘onderste uit de kan’. Dat is niet gemakkelijk voor regenten die vóór alles greep willen houden op mensen en centen.
Raz heeft het vier jaar zonder subsidie gedaan, want tegelijk met den Haag lieten ook de provincie en de gemeente de groep vallen als een baksteen. Dat ze desondanks overeind gebleven zijn, zou alleen al een subsidie waard zijn. Maar ze krijgen van de gemankeerde podiumkunstenaars in Den Haag niet het compliment dat ze verdienen, eerder het verwijt dat ze ‘niet artistiek gegroeid zouden zijn’. Dat is op de eerste plaats zeer de vraag en hoe je dat zonder een cent subsidie voor elkaar moet krijgen, wordt er ook niet bij verteld.
Station Zuid daarentegen kreeg dezer dagen een zeer negatieve beoordeling van de Kunstcommissie van de provincie. Dat had je aan kunnen zien komen. Marc Vlemmix is een ondernemer in de kunstensector, geen artistiek leider. En hij heeft huizenhoge ambities. Zozeer zelfs dat hij bij het ten doop houden van zijn nieuwe club leugens vertelde over alle grootheden in de dans die voor hem zouden gaan werken. Wij hoorden een verontwaardigde Nanine Linning (choreografe) in het radioprogramma Kunststof uitleggen dat Vlemmix haar wel gebeld had, maar dat ze zeker geen enkele aanleiding had gegeven om hem te laten denken dat ze met Station Zuid in zee zou gaan. Ze was nota bene net met haar eigen gezelschap begonnen. Van alle grote namen waar Vlemmix mee rondstrooide zijn er maar weinig ook daadwerkelijk bij Station Zuid betrokken. Als je een grote zak geld hebt, dan kun je vast wel wat inkopen. Maar artistieke ontwikkeling en een artistieke visie is écht heel wat anders. Wat wij Station Zuid en de politici die hen in het zadel hebben geholpen nog het meest kwalijk nemen, is dat zij een uitstekend educatief programma, zoals dat door Raz in de loop van de jaren zorgvuldig was ontwikkeld en uitgevoerd, totaal om zeep hebben geholpen. Daar is niets voor in de plaats gekomen, want de door Station Zuid voorgestane ‘publieksontwikkeling’ komt nog niet in de buurt. Toch was educatie een van de zwaarwegende basisfuncties van de dansvoorziening waaraan Raz niet zou voldoen volgens de Raad voor Cultuur en de toenmalige gedeputeerde. Totaal onbegrijpelijk en totaal onaanvaardbaar, deze hele gang van zaken.
Wat ons betreft wordt het hoog tijd dat de provincie dan maar gaat voor het Brabantse, want voor den Haag zijn wij kennelijk nog altijd een generaliteitsland: halen maar niet brengen. Laat Station Zuid maar over aan de Haagse cultuur en red Raz en de Wetten van Kepler (en alle andere Brabantse cultuur die gered moet worden) dan maar met Brabants geld.

Marijke Kamphorst & Mia van Boxtel
SP-fractie Provinciale Staten Noord-Brabant.