Noord-Brabant

In Boxmeer wordt de komende jaren bedrijventerrein Sterckwijck ontwikkeld. Een deel van het terrein krijgt de bestemming van zorg-/leerpark. Het is de bedoeling dat zich aldaar een ziekenhuis en een ROC vestigen, wat zal leiden tot een grotere vraag naar openbaar vervoer. In de vergadering van 28 januari 2008 heeft het college van Gedeputeerde Staten van Brabant besloten een financieringsvorm toe te passen waarbij ‘ook derden’ medefinancieren, voor een periode van 5 jaar.

Mahmut Erciyas van de fractie van de SP, die op 7 maart jongstleden een werkbezoek heeft gebracht aan de gemeente Boxmeer, heeft hierover de volgende vragen:

1. Wat is het oordeel van het college over de ontwikkeling van een zorg-/leerpark op bedrijventerrein Sterckwijck?
2. Kan het college de door haar gewenste financieringsconstructie en -duur nader beschrijven en toelichten?
3. Waarom doet het college beroep op derdefinanciering terwijl het provinciebestuur primair verantwoordelijk is voor het stads- en streekvervoer?
4. Welke beleidslijn of -kaders beschouwt het college als fundament voor haar besluit van 28 januari 2008?
5. Kan het college voorbeelden geven van eerder door haar genomen besluiten op het gebied van financiering van het openbaar vervoer die vergelijkbaar zijn met het besluit inzake Sterckwijck? Zo nee, is er met dit besluit sprake van een trendbreuk of afwijking van beleid?
6. Aan welke financieringsconstructie denkt het college na afloop van de in haar besluit genoemde periode van 5 jaar?
7. Kan het college zich voorstellen dat haar besluit inzake Sterckwijck in diverse GGA-regio’s heeft geleid tot consternatie vanwege de vrees voor precedentwerking?
8. Wat vindt het college van het feit dat noch de gemeente Boxmeer, noch de betreffende GGA-regio 6 weken na het collegebesluit nog steeds geen formele toelichting op het besluit heeft mogen ontvangen? Wat is de reden van het uitblijven hiervan?