h

SP ONTEVREDEN MET GS-ANTWOORDEN KOLENCENTRALES

21 maart 2008

SP ONTEVREDEN MET GS-ANTWOORDEN KOLENCENTRALES

SP-statenlid Ron van Zeeland is niet tevreden met de antwoorden van Gedeputeerde Staten (GS) op eerdere vragen van de SP en de Brabantse Partij over steenkoolgestookte energiecentrales in Antwerpen en Geertruidenberg.
Ron van Zeeland: "Uit het antwoord blijkt dat het college van GS wel de onrust onder inwoners van West-Brabant erkent, maar vervolgens verzuimt te zeggen wat men er aan gaat doen. Verder gaan GS geheel voorbij aan de kern van onze vragen, namelijk de cumulatie van uitstoot en overlast."

Deze week kwamen de antwoorden binnen op de schriftelijke vragen (deze vragen en de antwoorden erop kunt u hier vinden), die namens de fracties van de SP en de Brabantse Partij zijn ingediend n.a.v. de voorgenomen bouw van steenkolengestookte energiecentrales in Antwerpen en Geertruidenberg. De antwoorden zorgen niet voor meer helderheid.

Daarom heeft Ron van Zeeland vande SP-fractie, mede namens de fractie van de Brabantse Partij, de volgende aanvullende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten gesteld:

1. U erkent de gevoelens van onrust onder de inwoners van West-Brabant; wat dóet u daaraan?

U geeft aan dat binnenkort zal meer bekend zijn over het plaatsen van snuffelpalen in de gemeente Woensdrecht.

2. Kunt u aangeven hoeveel meetpunten voor luchtkwaliteit er momenteel functioneren in West-Brabant en waar deze gestationeerd zijn?

3. Waar u aangeeft te verwachten dat de gevolgen voor de volksgezondheid minimaal zullen zijn, bedoelt u daar de realisatie van een kolengestookte energiecentrale in het grensgebied bij Antwerpen; een kolengestookte energiecentrale in Geertruidenberg; Of beiden? En: wat is ‘minimaal’? Heeft u daar normen voor?

4. Bent u met mij van mening dat juist een cumulatie van vervuilende industrie in de regio West-Brabant (inclusief het gebied net over de grens bij Bergen op Zoom/ Antwerpen) kan leiden tot extra risico's voor de volksgezondheid kan leiden? Zo nee, waarom niet?

5. Kunt u nader ingaan op het overleg met uw collega's van de provincie Antwerpen? Gaat dat overleg verder dan de MER-plichtige initiatieven binnen een straal van 5 km van de grens waarover u spreekt?

Is bijvoorbeeld onderwerp van bespreking welke ontwikkelingen in de toekomst gewenst danwel ongewenst zijn, met name in het licht van de milieudruk op West- Brabant? Zo ja, wat is hierin uw stellingname? Zo nee, waarom niet?

Uw antwoord met betrekking tot de emissie van zwaveldioxide behoeft een nadere toelichting. Onzes inziens gaat het hier niet over de gevolgen voor de emissieplafonds voor Nederland, maar over de overschrijding van emissiewaarden als gevolg van het hogere emissieplafond met betrekkking tot zwaveldioxide voor België. Daarnaast gaat het om de cumulatie.

6. Kunt u aangeven of de maximaal toegestane waarden voor wat betreft zwaveldioxide in Nederland overschreden worden als gevolg van industriële activiteiten net over de grens in België (waaronder een nieuwe kolengestookte energiecentrale)?

In Vlaanderen kent men de Vlaamse Milieu Maatschappij. Met name de webpagina over luchtkwaliteit maakt dagelijks inzichtelijk welke uitstoot gemeten wordt, per meetstation.

7. Bent u bekend met de webpagina van de Vlaamse Milieu Maatschappij (www.vmm.be)?

8. Bent u het met mijn fractie eens dat een dergelijke manier van presenteren de helderheid bevordert en dat dit ook voor Brabant een goede manier zou zijn om inwoners van onze provincie voor te lichten over (lucht-)verontreiniging?

U bent hier