Noord-Brabant

Al een aantal jaren is bekend dat de Groote en Kleine Meer in natuurgebied de Brabantse Wal verdrogen. Diverse studies tonen aan dat de verdroging mede veroorzaakt wordt door onttrekking van drinkwater, zowel aan Vlaamse als aan Brabants/Zeeuwse kant. In het verleden zijn diverse afspraken gemaakt om dit probleem op te lossen. Zo heeft op 4 april jongstleden, bij de installatie van het bestuur van Grenspark Kalmthoutse Heide, minister Verburg met haar Vlaamse collega minister Peeters dit bestuur de opdracht meegegeven de verdroging aan te pakken.

Reeds in 1987 tekenden de toenmalige ministers uit Nederland en België een overeenkomst in het kader van een beschikking van het Comité van de Benelux Economische Unie met betrekking tot een Belgisch-Nederlands ‘Grenspark Kalmthoutse Heide’. In Artikel 2 punt 2A: staat: "…de instandhouding van de aard van de waarde van het landschap en natuurgebieden en de bescherming van het water te waarborgen".

Een serie rapporten * wijst de grondwateronttrekking aan als grote boosdoener voor wat betreft het steeds verder droogvallen van de Groote en Kleine Meer.

Naar de mening van de SP-fractie is er al erg lang gesproken over maatregelen tegen de verdroging van deze Meren. Het lijkt ons duidelijk waar de oorzaken voor de verdroging liggen en waar de oplossing gezocht moet worden en wij hadden begrepen dat daarover een grote mate van overeenstemming bestond.

Deze week bereikte de SP-fractie echter een verontrustend bericht van één van de milieugroepen uit Woensdrecht. Een medewerker van Evides had hen meegedeeld dat dit Brabants/Zeeuwse waterleidingbedrijf niet van plan zou zijn om de grondwateronttrekking te verminderen. Met andere woorden: de grootste veroorzaker van het probleem ziet geen reden om er iets aan te doen.

Ron van Zeeland van de SP-fractie heeft de volgende vragen aan het College gesteld:

1. Welke oorzaken liggen volgens uw College ten grondslag aan de verdroging van de Groote en de Kleine Meer in de Brabantse Wal?
2. Ziet u de noodzaak tot snel ingrijpen om te voorkomen dat er onherstelbare en onomkeerbare schade wordt aangericht aan een uniek en kwetsbaar natuurgebied?
3. Wat is volgens u de aangewezen weg om de verdroging daadwerkelijk aan te pakken en de teloorgang van dit gebied met bijbehorende biodiversiteit te voorkomen?
4. Bent u bekend met de reeds bestaande overeenkomsten en afspraken die beogen de verdroging van de Groote en Kleine meer tegen te gaan?
5. Welke rol heeft uw College tot nu toe gespeeld om het eind van de verdroging te bewerkstelligen? Welke concrete stappen,heeft u al gezet en welke acties heeft u ondernomen?
6. Heeft u als provinciebestuur macht om maatregelen af te dwingen en zo ja, bent u bereid daarvan gebruik te maken?

*- Advies en ingenieursbureau Sorresma: "Waterbeheersstudie Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide Rapport", datum 19-5-2003. identificatie nummer 120981004/sve. ("stopzetten/reductie grondwaterwinningen" e.a. maatregelen.
- TNO-rapport NITG02-212-b "Ecohydrologische systeemanalyse van het Groote Meer bij Ossendrecht, december 2002.(reductie van de grondwaterwinningen)