h

Chauffeurs de dupe van lage aanbesteding busvervoer; provincie moet ingrijpen tegen rituitval

2 juli 2007

Chauffeurs de dupe van lage aanbesteding busvervoer; provincie moet ingrijpen tegen rituitval

Het is helaas weer onrustig in het Brabantse busvervoer. Het veertienpuntenplan van de directie van Veolia, dat een ingrijpende versobering inhoudt van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, stuit terecht op verzet van de kant van de chauffeurs. Aanvankelijk middels stiptheidsacties, nu in de vorm van stakingen.

De fractie van de SP is van mening dat Veolia middels dit veertienpuntenplan de voor het bedrijf nadelige financiële consequenties van een inschrijving tegen een lage prijs probeert te compenseren door te snijden in de personeelskosten. Wij zien hierin een bevestiging van ons standpunt dat marktwerking en openbare aanbestedingen in het openbaar vervoer nadelig zijn voor personeel en reizigers. De veiligheid en de zekerheid van het vervoer raken in het gedrang.

De verantwoordelijkheid voor de problemen in Midden- en West-Brabant ligt niettemin bij de directie van Veolia. De directie heeft immers besloten tegen de huidige prijs haar diensten aan te bieden aan de provincie, niet de chauffeurs. Zij dreigen nu de dupe te worden van de keuzes van de werkgever, terwijl Veolia - onderdeel van een internationaal concern - vermogend genoeg is om de consequenties van een financieel riskante inschrijving te dragen. Concurrerende vervoersbedrijven zullen de ‘Slag bij Veolia’ overigens ongetwijfeld met grote interesse volgen: de kans is groot dat ook zij vergelijkbare versoberingsplannen zullen presenteren als Veolia nu haar zin krijgt. Met alle gevolgen van dien.

De nu ontstane situatie heeft uiteraard gevolgen voor de relatie tussen opdrachtgever (de provincie) en opdrachtnemer (Veolia). Mahmut Erciyas van de fractie van de SP heeft daarom een aantal vragen aan het college van G.S. gesteld:

1. Duidelijk is dat Veolia de afgelopen weken heeft verzuimd om de dienstregeling conform de concessievoorwaarden uit te voeren. Er is sprake van een fors aantal uitgevallen ritten. Op 12 juni jongstleden heeft het Reizigersoverleg Brabant zich hier nog over beklaagd in een brief aan de commissie EMG. Bent u het met de fractie van de SP eens dat het college gebruik dient te maken van haar bevoegdheid om sancties op te leggen aan Veolia, aangezien de concessiehouder volledig verantwoordelijk is voor het langdurig uitvallen van ritten en de vervoerschaos? Wij zijn benieuwd naar uw argumenten bij de beantwoording van deze vraag.
2. Rituitval betekent dat er geen productie wordt geleverd. Niet gereden dienstregelinguren worden volgens het provinciale aanbestedingsdocument in de regel niet vergoed. Wij gaan ervan uit dat deze bepaling ook onder de huidige omstandigheden strikt zal worden toegepast. Klopt onze aanname?
3. In het aanbestedingsdocument heeft de provincie bepaald dat uitval van ritten c.q. niet gereden dienstregelinguren dienen te worden geregistreerd door de concessiehouder en mét accountantsverklaring periodiek moeten worden aangeleverd bij de concessieverlener. Wat is uw ervaring met deze verantwoordingsystematiek? Kunt u garanderen dat deze systematiek honderd procent sluitend is? Met andere woorden: kunt u garanderen dat u volledig zicht heeft op de rituitval in uw concessiegebied?
4. De provincie heeft zelf een groep reizigers, zogenaamde kwaliteitsverkenners, bereid gevonden regelmatig te rapporteren over hun bevindingen inzake bijvoorbeeld informatievoorziening en rituitval. Kunt u deze bevindingen inzichtelijk maken voor de commissie EMG? Sporen de gegevens van de kwaliteitsverkenners inzake rituitval met de aangeleverde informatie van concessiehouders?

U bent hier