h

Wie moet voor wie begrip opbrengen?

1 mei 2007

Wie moet voor wie begrip opbrengen?

De Belastingdienst maakt fout op fout. Zelf moet je wél afrekenen en maar afwachten of en wanneer het geld terugkomt. En dan moet jij begrip opbrengen voor het feit dat zij het zo moeilijk hebben en de zaken maar niet goed georganiseerd krijgen. Dat je zelf ondertussen in de schuld komt en wakker ligt van de vraag hoe je de eindjes aan elkaar moet knopen, daar heeft de Belastingdienst geen boodschap aan, laat staan dat ze daar begrip voor op kan brengen.

Of je moet bijna anderhalf jaar wachten op een noodzakelijke aanpassing aan je rolstoel. Als het eindelijk zover is, maakt de door de gemeente ingehuurde instelling fout op fout. Ze brengen om te beginnen geen leenrolstoel mee. Vervolgens moet je weer drie weken wachten tot ze, tegen de afspraak in net voor het weekend, je rolstoel eindelijk ophalen voor reparatie. Dan maken ze een cruciale fout en duurt het weer een paar dagen langer. Natuurlijk kan de instelling daar niks aan doen, zeggen ze zelf, het was hun leverancier etc. Je moet er toch begrip voor hebben dat er ‘wel eens iets’ fout kan gaan en ze vissen naar complimentjes dat zij het toch zo goed en snel oplossen. Ondertussen is jouw gezondheid weer verder naar de knoppen en moet je nog meer pijn doorstaan dan je toch al had.

De gemeente, afdeling zorg, werk en inkomen, laat je maanden wachten op een onbenullig, maar voor jou wel essentieel hulpmiddel. Altijd de schuld van anderen natuurlijk. Van de adviseurs bijvoorbeeld, zonder wie kennelijk niemand een besluit durft te nemen. Zoek je het dan wat hogerop in de gemeentelijke organisatie, het hoofd van de dienst om maar iemand te noemen, dan is het enige wat er gevraagd wordt: jouw begrip voor het feit dat zij het zo moeilijk hebben bij de gemeente, met zoveel zieke ambtenaren en zo.

En het spreekt vanzelf dat je moet begrijpen dat zes uur huishoudelijke hulp toch echt schromelijk overdreven is voor een echtpaar van rond de tachtig van wie de één dement aan het worden is en de ander zwaar hartpatiënt is.

Ik kan een boek vol schrijven met dit soort verhalen, in alle variaties die je kunt bedenken.
Eén vraag laat me niet los. Wanneer gaan politici, ambtenaren en andere beleidsuitvoerders nu eens begrip opbrengen voor mensen bij wie het water aan de lippen staat? Of missen ze daarvoor een paar essentiële eigenschappen, bijvoorbeeld inlevingsvermogen en het vermogen om respect op te brengen voor de mensen die ze tegenover zich hebben?

Mia van Boxtel

U bent hier