Noord-Brabant

De rekenkamer is met een rapport gekomen waarin er nogal wat kritiek wordt geleverd op het toezicht dat de provincie moet houden op rampenbestrijdingsplannen. Op grond van de WKR, Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding, moet de provincie controleren of o.a. de gemeentelijke rampenplannen op orde zijn.

De rekenkamer heeft geen onderzoek gedaan naar de kwaliteit van die rampenplannen, maar heeft gecontroleerd of de provincie haar controletaak wel goed uitvoerde.
Dossiers bleken zoek, er werd niet systematisch gewerkt en er waren te weinig plannen gecontroleerd. Forse kritiek, maar dit soort kritiek behoor je je aan te trekken en zo snel mogelijk moet je dan proberen je zaakjes op orde te krijgen.
Onze Commissaris der Koningin echter ging onmiddellijk met alle fractievoorzitters persoonlijk bellen om te zeggen dat ze het niet eens was met het rapport van de rekenkamer en een hoge ambtenaar belde met de rekenkamer om te vragen het rapport nog even onder de pet te houden.
Dit gedrag is de SP in het verkeerde keelgat geschoten. De Rekenkamer is onafhankelijk en bepaalt zelf wanneer een rapport uitkomt en Provinciale staten moeten onbevooroordeeld een dergelijk rapport kunnen bespreken en daar conclusies uit trekken.
De SP heeft aangekondigd de CdK over dit gedrag tijdens een statenvergadering te willen ondervragen. Liefst op korte termijn. En zo nodig via een interpellatie.
Tijdens een bijeenkomst van het Presidium zette de SP dit punt op de agenda en deed uiteindelijk het voorstel om de hele gang van zaken en de inhoud van het rapport in een extra statenvergadering van 30 maart te bespreken. De andere partijen stemden hiermee in.