h

Bijklussen tast geloofwaardigheid politiek aan.

1 december 2004

Bijklussen tast geloofwaardigheid politiek aan.

In de afgelopen week ontstond er in Brabant en Utrecht de nodige commotie rond bijklussende Commissarissen der Koningin(CdK). In Brabant kwam Maij-Weggen onder vuur te liggen rond een betaalde bijbaan bij de ING-bank, en in Utrecht bleek de CdK een betaalde baan bij het Holland Casino toegevoegd te hebben aan zijn reeds indrukwekkende nevenfunctie-repertoire. Als je verder in provincieland eens rondkijkt tref je soms indrukwekkende lijsten van bijbanen aan. Naast functies die zij ambtshalve vervullen, houdt Nijpels in Friesland er 15 bijbanen op na, van Gelder in Zeeland heeft er 18, Borghouts in Noord-Holland doet het met14. Eenzaam aan de top prijkt dhr Franssen in Zuid-Holland met maar liefst 24 bijbanen. Maar ook onder de gedeputeerden treffen we stevige bijklussers aan, met ook regelmatig een lijstje van bijbanen dat in de dubbele cijfers loopt.

Wat is dat toch? Zijn al die politieke hogere ambtsdragers zo armlastig? Vervelen ze zich? Zijn ze verzot op invloed. Uit op geld? Op meer macht?

Een functie als CdK hoort een bijzondere te zijn. Er wordt volledige onafhankelijkheid en onpartijdigheid verwacht en een CdK hoort te allen tijde boven de partijen te staan. Voorwaar niet niks, en alle reden om er werkelijk alles aan te doen dat die status nooit ter discussie kan komen staan. Het oordeel dat mensen hebben over hoge ambtsdragers in het openbaar bestuur straalt extra af op het algemene beeld dat mensen hebben over de politiek. Ook dit legt op deze mensen een extra verantwoordelijkheid.

Met een salaris van 9.400 euro wordt bijvoorbeeld een CdK als Maij-Weggen ook ruimschoots met gemeenschapsgeld in staat gesteld om niet “om den brode” hier en daar wat te hoeven bijklussen.

Natuurlijk, er zullen mensen zijn die zeggen: “Maar het is toch goed wanneer zo iemand ook maatschappelijke functies heeft, zodoende weet wat er in de samenleving omgaat en niet opgesloten raakt in een ivoren toren. Maar wat is er nou maatschappelijk aan de bijbaan van Boele Staal uit Utrecht die in de Raad van Commissarissen van het Holland Casino is gaan zitten? Wat is er maatschappelijk aan het commissariaat van Maij-Weggen bij de ING-bank? Als het nou werkelijk ging om dat maatschappelijke, waarom is er dan nog geen enkele CdK die in het kader van de mantelzorg een halve dag in de week vrijwilligerswerk gaat doen in een verpleeghuis? Leerzaam, maatschappelijk, solidair. Een dergelijke nevenfunctie zou een enorm draagvlak hebben en het aanzien van het openbaar bestuur in ieder geval een stuk verbeteren.

Nee, mevr Maij in Brabant kiest dan toch maar liever voor dat commissariaat bij de ING, dat haar 20.000 euro per jaar oplevert en waarvoor zij een dag in de maand moet werken. Een dagsalaris van 1666 euro dus.

Wat je je natuurlijk ook dient af te vragen, is waarom een bank bijvoorbeeld bereid is zoveel in die ene dag per maand van mevr Maij te investeren, want investeren, met geld meer geld maken, is de core-business van de ING. Dit is maar op een manier te verklaren: Bedrijven zoals de ING en het Holland Casino investeren hiermee in het netwerk, de contacten en de invloed die hoge politieke ambtsdragers hebben. Hierdoor ligt belangenverstrengeling, maar in ieder geval zeker de schijn ervan, bijna voor de hand.

De beide CdK’s van Brabant en Utrecht hebben ook nog eens de schijn tegen doordat zij zich niet hielden aan de Provinciewet die duidelijk voorschrijft dat het voornemen van een CdK om een nevenfunctie te aanvaarden openbaar gemeld dient te worden aan Provinciale Staten, zodat er publiekelijk een debat gevoerd kan worden over de gewenstheid en aanvaardbaarheid van de betreffende nevenfunctie. Beide CdK’s onttrokken zich hieraan door hun voornemen niet openbaar te melden.

Dit soort nieuws rond bijklussende politici tast de geloofwaardigheid van de politiek in zijn algemeen enorm aan, mensen worden bevestigd in de toch al vaak heersende mening dat politici er voor zichzelf een graai- en snaaicultuur op nahouden en niet vies zijn van een dubbele moraal.

Maar laten we eerlijk zijn: Voor wie is een bijbaantje van 1 dag per maand dat 20.000 euro oplevert niet aantrekkelijk?

Daarom zou de politiek hier nou eens gewoon duidelijke grenzen moeten stellen: Met een salaris van bijna 10.000 euro per maand, een auto met chauffeur en zeer riante voorzieningen behoort het bijklussen door CdK’s gewoon verboden te zijn.

Hetzelfde zou moeten gelden voor gedeputeerden, burgemeesters en wethouders. Het zelfreinigende vermogen van de provinciale politiek kan nooit hoog zijn, als je je realiseert dat in Brabant bijvoorbeeld de CDA-fractievoorzitter moet oordelen over de bijbanen van mevr Maij, terwijl diezelfde fractievoorzitter zelf 20 nevenfuncties heeft.

Maar er is meer. In Brabant heeft de provinciale politiek haar eigen regels zo opgesteld, dat het voor ex-statenleden mogelijk is om naast je burgemeesterssalaris nog eens 2 jaar lang een wachtgelduitkering van zo’n slordige 700 euro per maand van de provincie te krijgen. Kamerlid Boelhouwer(PvdA) en Kamerlid van Beek(VVD) ontvangen en ontvingen naast hun salaris als Kamerlid ook nog eens 2 jaar lang honderden euro’s wachtgeld per maand uit Brabant. Europarlementariër Manders (VVD) ontvangt naast zijn inkomen als Europarlementariër ook twee jaar lang wachtgeld.

Al deze uitkeringen worden verstrekt zonder inkomenstoets en zonder dat er een sollicitatieplicht tegenover staat.

Het IPO(overlegorgaan van de provincies) stelt vast dat de beloning van statenleden onder de maat is. Wat gaan zij doen? Zij gaan aantonen dat de vergoeding voor statenleden erg laag is in verhouding tot hun werkdruk. Hoe gaan ze dat doen? Met een enquête over de werkdruk onder de statenleden! Het antwoord is al bekend: Die werkdruk is ontzettend hoog!

Wil de politiek het vertrouwen van de burger terugwinnen? Wil de politiek echt iets doen om een begin te maken aan het terugwinnen van haar geloofwaardigheid? Dan zou het ten eerste aan full-time politieke ambtsdragers verboden moeten worden om (betaalde) nevenfuncties te hebben. Daarnaast is het goed dat er een commissie Dijkstal bestaat die eens grondig gaat bezien hoe het zit met allerlei (wachtgeld)regelingen voor politieke ambtsdragers. Alleen zou het advies van die commissie dan behoren te zijn: geen betere regelingen voor politici dan voor mensen die buiten de politiek werkzaam zijn. Het valt te vrezen dat dat niet het advies van die commissie zal zijn.

U bent hier