De gemoederen lopen soms een beetje op bij het plannen van nieuwe windparken. De SP meent dat het verstandig is om eerst naar het grotere belang te kijken en
daarna naar de afzonderlijke projecten. Windpark Kabeljauwbeek is een
Er zijn drie goede strategische redenen om over te gaan op duurzame energie: fossiele
brandstoffen raken op binnen enkele tientallen tot honderden jaren en voor die tijd gaat de prijs al omhoog; de fossiele brandstoffen die er zijn, zitten vaak bij verkeerde mensen als meneer Poetin en de
Saoedische sjeiks; en de verbranding van fossiele brandstoffen verandert het klimaat.
Het heeft te lang geduurd voor dit besef
in Nederland tot consistent beleid leidde. In september 2013 is hetEnergieakkoord afgesloten, op basis waarvan het percentage duurzame energie in 2023 16% moet zijn (dat is nu 4%). In het akkoord is
bevestigd wat in de aanloop ertoe al afgesproken is, namelijk dat er in 2020 6000 MW windenergie op het land moet staan.
Die taak is over de provincies verdeeld. Brabant moet 470 MW wegzetten, waarvan het merendeel in West-Brabant. “Moet” betekent echt “moet”, want anders neemt het Rijk de uitvoering over.
De gemeenten in West-Brabant hebben op deze situatie geanticipeerd (2011) door zelf
met een bod te komen van 2*100 MW (100 verspreid en 100 langs de A16)
. Dat is daarna afgekaart.
Het project Kabeljauwbeek, voorgedragen door de gemeente Woensdrecht, draaide eerst niet mee in de taakstelling omdat de windmolens op die locatie de defensieradar
van Woensdrecht zouden storen. Dat probleem is in juli 2011 softwarematig opgelost, waardoor het Woensdrechtse plan alsnog aan het pakket is toegevoegd. Ook dat is in 2011 politiek afgekaart.
Zoals wel vaker werden de hoofden heter toen de feitelijke uitvoering van het plan naderbij kwam. “Kabeljauwbeek” betekent vijf hoge turbines van samen 10 tot 12,5 MW. Ze zijn inderdaad hoog: de ashoogte wordt 100 tot 105 m.
Ze staan vlak langs het Schelde-Rijn kanaal dat hier de grens met Belgie vormt. Aan de andere kant van het kanaal begint het Antwerpse havengebied en aan de Nederlandse kant ligt een dunbevolkte polder. De woonkernen liggen aan de andere kant van de A4 op minstens 2 kilometer afstand van de meest oostelijke van de vijf molens. Voor dit soort projecten is een Milieu Effect Rapport nodig (MER). Die is
uitgevoerd en staat met bijlagen op de site van de gemeente Woensdrecht. De boodschap is dat er geen probleem is. Er worden niet op grote schaal vogels en vleermuizen vermoord en om de schaarse
woningen in de buurt niet met teveel slagschaduw op te zadelen, worden drie van de vijf molens 40 uur per jaar stilgezet. Het geluid reikt juridisch tot ca 500 m en voor die tijd is de A4 al een grotere geluidsbron.
Zakelijk beschouwd is het enige probleem met de turbines dat men er tegen aan kijkt, vanuit Nederland met het Antwerpse havengebied op de achtergrond.
De SP is het dan ook niet eens met de milieuvereniging Namiro en heeft moeite met een toonzetting als “windmolens zijn gehaktmolens die op grote hoogte dieren vermorzelen”. Verder meent Namiro in het hoofd van de kolgans te kunnen kijken – “een van de algemeenste in Nederland
overwinterende ganzen” aldus de Vogelbescherming. Die zouden door
de turbines gaan verkassen naar het veldje van de buren.
Het vogelverhaal is niet waar. Dat is wetenschappelijk uitgezocht. Als je goed zoekt, vind je wel eens een dode vogel onder een windturbine. Meestal niet en in elk geval geen stapels lijken. Integendeel. Als alle fossiele centrales door windturbines zouden kunnen worden vervangen, zou dat
wereldwijd 70 miljoen vogels het leven redden. Uit een studie van Mike Barnard in Renew Economy:” Jaarlijks sterven wereldwijd 100 miljoen of meer vogels door tegen ramen te vliegen,
onze lieve huiskatten zijn goed voor 500 miljoen dode vogels per jaar, hoogspanningsdraden voor 174 miljoen, pesticiden voor minstens 74 miljoen en auto's voor 60 miljoen. Windmolens kosten, wereldwijd,
waarschijnlijk 150.000 vogellevens (=0,15 miljoen)”.
Barnard heeft nog meer cijfers, grafieken en verwijzingen naar oorspronkelijke onderzoeksrapporten op
http://reneweconomy.com.au/2012/want-to-save-70-million-birds-a-year-build-more-wind-farms-18274 .
De SP meent dat individuele windenergieprojecten op een zakelijke manier bekeken moet worden. De gangbare MER-procedure is daartoe het middel.
Verder meent de SP dat de financiele afwikkeling met de omwonenden afdoende
geregeld moet zijn. Een eventuele planschadeprocedure moet niet kleingeestig aangepakt worden en omwonenden moeten in de gelegenheid gesteld worden financieel te participeren in het project, waarbij de
coöperatieve vorm bij de SP een streepje voor heeft.
Er valt niet aan te ontkomen dat je tegen de windturbines aankijkt. De beste insteek is
een goede ruimtelijke ordening met aandacht voor landschapsarchitectuur.
Lees verder