h

SP stelt vragen aan GS over uitbreiding varkensbedrijven in kwetsbaar gebied Lage Mierde

11 april 2008

SP stelt vragen aan GS over uitbreiding varkensbedrijven in kwetsbaar gebied Lage Mierde

De SP-Statenfractie in Brabant wil van GS weten wat de provincie gaat doen om de intensivering van twee veeteeltbedrijven met samen zo’n 10.000 varkens in een kwetsbaar en kleinschalig gebied in Lage Mierde te voorkomen. Twee varkensboeren met de wens tot uitbreiding van hun bedrijf hebben -geheel tegen de opzet en bedoeling van de Reconstructiewet in Brabant in- van de gemeente Reusel-de Mierden een milieuvergunning gekregen, hoewel hun bedrijven zijn gevestigd in extensiveringsgebied, vlak tegen landgoed de Utrecht aan. Bovendien stuiten ze op grote weerstand van hun buren (enkele burgers en ondermeer een aangrenzend biologische aspergekwekerij). Eén van de twee varkensboeren wil op geen enkele manier de prettige verstandhouding met -of de bedrijfsvoering van- zijn buren verstoren en verklaart zich bereid zijn bedrijf te verplaatsen naar een nabijgelegen landbouwontwikkelingsgebied (LOG). De gemeente Reusel-de Mierden weigert echter om hem medewerking te verlenen. Zonder die medewerking en ondersteuning kan hij niet verplaatsen. Door de handelwijze van de gemeente Reusel-de Mierden zullen zich dus binnenkort in een kleinschalig en kwetsbaar gebied met biologische landbouw, kleinschalige natuurrecreatie en natuurontwikkeling twee intensieve veeteeltbedrijven met bijna 10.000 varkens en de nodige vervoersbewegingen bevinden.

Reden genoeg voor de SP-Statenfractie om Gedeputeerde Staten te vragen hoe deze vergunningverlening kan worden teruggedraaid en hoe GS voortaan dit soort voor natuur, leefomgeving en bedrijfsvoering ongewenste ontwikkelingen denkt te gaan voorkomen. Des te belangrijker zijn de antwoorden op deze vragen omdat vanaf 1 juli aanstaande de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening van kracht wordt, waarin de provincie geheel volgens de wens van gedeputeerde Rüpp en zijn CDA-VVD-PvdA-college op afstand wordt gezet. Daardoor kunnen de belangen van burgers, duurzaam boerende agrariërs en natuur straks nog minder goed worden beschermd dan de praktijk in Brabant nu al laat zien.

Nadere info:
Eén van de twee agrarisch ondernemers in Lage Mierde ziet de noodzaak om zijn varkensbedrijf uit te breiden met 688 guste en dragende zeugen, 208 kraamzeugen, 4 dekberen en 4.704 gespeende biggen. Formeel kan dat niet op de locatie waar zijn bedrijf nu is gevestigd vanwege de bestemming van die locatie als extensiveringsgebied. Die bestemming is er niet voor niets: Zijn grond is onderdeel van een kleinschalig landschap, ingeklemd tussen de rivier de Reusel, landgoed de Utrecht en de provinciale weg N?? tussen Hilvarenbeek en Bladel.

Zijn naaste buurman heeft een milieuvergunning gekregen om twee stallen op te richten voor 420 guste en dragende zeugen, 1.372 gespeende biggen en één dekbeer. Daarnaast geldt de vergunning voor de verbouw van een bestaande rundveestal tot een stal voor 275 vleesvarkens op deze locatie.

Er zijn nog andere problemen: Grenzend aan de twee genoemde bedrijven ligt het biologische bedrijf van een gezin dat zich bezighoudt met het telen van biologische asperges, kleinschalige natuurrecreatie, ecologisch natuurbeheer en natuur-educatie.
Dit gezinsbedrijf ziet haar inkomen en daarmee haar bestaanszekerheid letterlijk en figuurlijk bedreigd door het uitzicht op de opschaling van het gangbaar werkende buurbedrijf tot een intensieve koeienhouderij van dieren, inclusief vier grote stallen (er staan er momenteel twee) en veel extra vervoersbewegingen.

In goed overleg met hen en andere naaste buren wil de eerstgenoemde gangbare varkensboer zijn bedrijf verplaatsen naar een nabijgelegen landbouwontwikkelingsgebied. Hij krijgt hiervoor echter geen medewerking van de gemeente Reusel-de Mierden.

Hier werkt de Reconstructie dus onvoldoende: De betreffende gemeente lijkt zich er niet aan gebonden te achten. Daardoor dreigen niet alleen de natuurwaarden en het kleinschalige landschap hier te worden aangetast maar ook de broodwinning en dus de bestaanszekerheid van het biologische gezinsbedrijf van de buren van de twee gangbare intensieve varkensbedrijven. Daarnaast zetten de twee varkensboeren zichzelf klem door opschaling op deze locatie waar ze hun bedrijven in de toekomst niet verder kunnen doorontwikkelen indien daarvoor de wens of de noodzaak ontstaat.

Tenslotte weegt voor de eerstgenoemde varkensboer logischerwijze zwaar dat de nu uitstekende verstandhouding met al zijn buren (agrariërs zowel als burgers) ernstig te lijden zal hebben onder de bij hen levende ongerustheid en weerstand tegen uitbreiding van zijn bedrijf (en dat van de andere varkensboer) op deze locatie.

U bent hier