Noord-Brabant

Op vrijdag 12 september 2008 is het basisvoorzieningenniveau OV besproken in de commissie EMG. Het voorstel van het college van GS werd kritisch ontvangen door alle fracties. SP-woordvoerder Mahmut Erciyas noemde het beleid van GS “ambitieloos, passief en afwachtend”.

De voorkeur van het college van GS gaat uit naar een scenario waarin het basisvoorzieningenniveau OV dusdanig wordt verlaagd dat Brabantse dorpen en steden met minder dan 100.000 inwoners slechts één bus per uur krijgen gegarandeerd. Voor veel dorpen en steden zou dit een fikse achteruitgang betekenen. Erciyas: “Dit kan niet de bedoeling zijn. Er dreigt met dit voorstel een neerwaartse spiraal te ontstaan: een nog lagere basisfrequentie maakt OV in die gebieden alleen maar onaantrekkelijker. Dit kan alleen bedacht zijn door een college zonder ambitie, dat alleen redeneert vanuit budgettaire kaders”. De SP riep het college op tot een hoger ambitieniveau en het actiever doorontwikkelen van het OV in Brabant.

Ook hekelde de SP het voorgestelde beleid ten aanzien van het nachtvervoer, de nightliners. GS willen nachtlijnen alleen “faciliteren” als besloten, commercieel vervoer geen uitkomst biedt, de kosten geheel gedekt worden door tariefopbrengsten en de provincie logischerwijs geen subsidie hoeft te verstrekken. SP-woordvoerder Erciyas noemde de houding van GS “star” en vond dat het nachtvervoer wordt behandeld als een stiefbroertje van het OV. Hij waarschuwde ervoor dat de tarieven voor nightliners door deze beleidslijn fors zullen stijgen, als nachtelijk OV al niet helemaal onmogelijk wordt gemaakt. Immers, privaat vervoer (taxi) is overal in Nederland voorhanden. Gedeputeerde Moons antwoordde dat het subsidiëren van nachtvervoer als onrechtmatige overheidssteun zou kunnen worden opgevat, omdat het private vervoer daarmee onaantrekkelijk wordt vanwege de hogere tarieven.

Erciyas trok deze redenering in twijfel door erop te wijzen dat veel Noord- en Zuid-Hollandse en Vlaamse steden zonder juridische problemen over nachtbuslijnen beschikken. De CDA-fractie noemde de nightliners “zuipbussen” en gaf aan de middelen voor deze bussen liever in te zetten op het platteland. De SP-fractie antwoordde dat het geen kwestie is van “of, of” maar “en, en”. Erciyas noemde meerdere redenen waarom er meer openingen voor de nachtbus gecreëerd zouden moeten worden: verbetering van de verkeersveiligheid, de leefbaarheid in kernen rondom grote steden, de uitstraling van Brabantse (studenten)steden, versterking van het NS-nachtnet en bruisende binnensteden, niet alleen in de zin van café- en discobezoek maar ook deelname aan culturele activiteiten. Wellicht dat de gebruikers van het nachtvervoer maar eens moeten laten zien aan GS hoe belangrijk de nightliners voor hen zijn.