h

SP heeft vragen over intensieve vs extensieve veehouderij en kringloop

16 maart 2015

SP heeft vragen over intensieve vs extensieve veehouderij en kringloop

 

Na overleg met Brabantse melkveehouders rijzen vragen over de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV). Melkveehouderij is in zijn aard extensief. De roep van de samenleving is om allerlei redenen om zuinig te zijn op extensieve veehouderij en niet op te schalen naar intensivering. Dat is ook officieel Brabants beleid. Bij het doorlopen van de BZV voor een standaard melkveebedrijf met eigen grond voor mestafzet en teelt van eigen voer valt op dat de BZV gericht is op de intensieve sectoren. Het lijkt erop dat het op intensieve wijze houden van melkvee de enige manier is om als melkveehouderij punten te scoren. Dat is beslist niet waar de gemiddelde melkveehouder naar toe wil maar het provinciebestuur van Brabant en de Brabantse bevolking ook niet. Enkele punten uit de BZV ter illustratie:

Fysieke maatregelen gezondheid Punt 2
Vrije uitloop of weidegang scoort nul punten, vee binnen in een stal scoort elf punten.

Punt 4
De meeste punten worden gescoord als er maar één diersoort aanwezig is. Dit strookt niet met de idee van de idyllische boerderij die burgers voor ogen hebben. Een leuk dierenweitje of wat scharrelkippen kosten dus punten.

Punt 5
Het scheiden van schone en vuile wegen scoort punten. Maar dit is alleen haalbaar bij een gesloten inrichting terwijl melkveehouderijen juist open en toegankelijk zijn. Een melkveestal kan niets met een hygiënesluis gezien het open karakter, waardoor juist mensen gewoon op bezoek kunnen komen zonder beschermende kleding of een douchebeurt zoals in moderne varkensstallen. Dit is het verschil tussen industrie en boerderij.

Genoemde punten gaan allemaal over mensgezondheid. Maar ook diergezondheid zou punten moeten kunnen verdienen: een goed klimaat in de stal met ventilatoren als het heet is. Geen lichtplaten op de zonkant, wel voldoende licht in de stal, gordijnen en deuren die zo vaak mogelijk open staan en goed verzorgde ligplaatsen. Voor een koe leidt dat tot een optimale gezondheid (met een goede vloer natuurlijk). Daarnaast functioneert een koe het beste bij een temperatuur tot 20 graden en heeft zij een hekel aan regen en felle zon. Vaak is dit dus binnen in een goede stal. Buiten moet beschutting mogelijk zijn. Op deze punten kan de melkveehouder in de huidige BZV niet scoren.

Verder kopen melkveehouders vaak dieren aan, gaan er regelmatig dieren weg en wordt er gefokt met een goed doordacht foksysteem. Hierdoor ontstaat een evenwichtige koe die niet eenzijdig melkgericht maar in balans is. Door de wisselingen in de veestapel wordt de veestapel sterk. Hoe meer gesloten en hoe minder vee van buiten, hoe fragieler de stapel doorgaans wordt. Ook hier zouden punten mee gescoord moeten kunnen worden.

Toegang van bezoekers

Het toelaten van bezoekers scoort punten terwijl dit in tegenstrijd is met maatregelen zoals het scheiden van schone en vuile wegen. Ook het hebben van een boerderijwinkel of andere activiteiten op de melkveehouderij scoort punten maar is niet altijd relevant of reëel: soms liggen er veel melkveehouderijen bij elkaar en is er geen grote stad in de buurt. Dit betekent dat er nauwelijks burgers wonen en dat mensen die er wonen vaak vroeger een boerderij hebben gehad. Als één ondernemer hier een boerderijwinkel zou beginnen, kunnen boeren in de buurt geen punten scoren op dit onderdeel.

Biodiversiteit

Punt 2
Teelt van tenminste vier akkerbouw of voedergewassen levert BZV-punten op. Maar sommige melkveehouderijen telen hun eigen ruwvoer (gras en mais) en regelen op deze manier geheel, bijna of deels een gesloten kringloop. Daarnaast worden er mineralen toegevoegd en restproducten uit de voedingsindustrie zoals sinaasappelpulp en bierborstel. Het verwerken van de afvalstromen komt in de BZV niet als een positief punt naar voren. Als ondernemers verplicht vier gewassen moeten telen, gaat dit ten koste van de eigen ruwvoerteelt en ruwvoer moet dan worden aangevoerd. Dit gaat dus ten koste van de gesloten kringloop.

Punt 3
De erfbeplanting mag in de BZV niet bemest worden. Maar mest is een groeistof en dus nodig. Veel boerderijen hebben een moestuin, en dat kan niet zonder mest. Voor de boer is zijn erf tevens zijn tuin.

Verbinding met de samenleving

Als het aan de BZV ligt, heeft elke boer dadelijk een website. Niet iedere boer is per definitie ICT-er of marketingdeskundige maar zit wel noodgedwongen al de halve dag achter de pc in plaats van bij de dieren vanwege de vele regelgeving. Voor het welzijn van boer en vee zou deze tijd ingekort moeten worden. Niet elke boer heeft de het vermogen om alles uit te leggen wat hij doet. Kerntaak van de boer ligt bij zijn/haar vee en land. Daarnaast zijn social media als Facebook en Twitter minder kostbare en tijdrovende manieren om in contact te staan met burgers. Op veel melkveehouderijen zijn burgers altijd welkom maar boeren trekken vaak een grens bij webcams om redenen van veiligheid en privacy. Ook blijkt in de praktijk dat als boeren in het weiland een koe laten kalven de kans zeer groot is dat de deurbel gaat, omdat mensen doodsbang zijn dat er iets mis gaat. Dat effect kan worden versterkt door het gebruik van webcams. Overigens zou het bevallen van koeien in de wei in de zomer veel punten moeten kunnen scoren.

Punt 4

Een wandelpad op het bedrijf is een direct gevaar voor de gezondheid van de koeien maar staat wel in de BZV als puntenscoorder. Neospora is een bekend probleem dat door honden wordt verspreid en zorgt voor zieke koeien en miskramen. Dit botst dus met koegezondheid.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de SP-Statenlid Veerle Slegers de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten:

  1. Bent u het eens met de SP dat de melkveehouderij extensief is en dat ook moet blijven volgens de in Nederland geldende principes en ook volgens Brabants beleid, zeker nu de melkveehouderij hier zo aan het groeien is? Zo niet, waarom niet?
  2. Bent u het met de SP eens dat door geen onderscheid te maken in de BZV tussen extensief en intensief de extensieve veehouderij intensiever en industriëler dreigt te worden? Zo niet, waarom niet?
  3. Bent u het eens met de SP-fractie dat een zoveel mogelijk gesloten kringloop met veel eigen grond en eigen teelt het meest milieuvriendelijke systeem is dat moet worden gestimuleerd in plaats van beperkt? Zo niet, waarom niet?
  4. Bent u het eens met de SP-fractie dat het open karakter van de melkveehouderij moet worden gestimuleerd, niet alleen bij nieuwbouw? Zo niet, waarom niet?
  5. Zo ja, bent u dan bereid om in de BZV op zo kort mogelijke termijn duidelijk onderscheid aan te brengen tussen extensieve en intensieve veehouderij, onder meer door bovengenoemde punten aan te passen, en de nieuwe BZV-versie ter bespreking voor te leggen aan de landbouwwoordvoerders in de nieuwe Provinciale Staten ? Zo niet, waarom niet?
  6. De BZV komt tot stand na uitvoerig overleg en consultatie met de partners van het Brabantberaad. De SP-fractie is verbaasd dat bovengenoemde aandachtspunten niet eerder zijn ingebracht, bijvoorbeeld door de vertegenwoordigers van de sector zelf. Kunt u aangeven of het klopt dat deze punten niet eerder zijn aangedragen door de sector en anderen, en, als dat inderdaad klopt, wat volgens u daarvan de reden is?

Reactie toevoegen

U bent hier