h

Luchtwassen neus

23 mei 2014

Luchtwassen neus

Op grond van berichten uit het boerenveld over agrarische bedrijven in ontwikkeling, de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en de transitie naar die zorgvuldige veehouderij heeft de SP-fractie vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten over luchtwassers.

Er zijn steeds meer veehouderijen die hun dieren graag op een vernieuwende manier willen gaan houden, bijvoorbeeld in een stal waarin mest wordt gescheiden. Zulke stallen bestaan, ik heb ze in praktijk gezien. Varkens bijvoorbeeld zijn slimme dieren. De zeugen leren in zo’n stal hun biggen om op één en dezelfde plek in de stal hun behoefte te doen. Een lopendebandsysteem onder de vloer scheidt meteen de poep van de plas. Doordat die twee niet bij elkaar komen en blijven, ontstaat niet de chemische reactie die schadelijke ammoniak veroorzaakt. In Oirschot heeft veearts Kees Scheepens zijn varkens zelfs getraind om op gescheiden plekken te piesen en poepen. Hij heeft patent op zijn idee aangevraagd omdat het naast milieu- en gezondheidswinst boeren wel €40.000 kan besparen aan mestverwerking.

Ammoniakuitstoot uit de veehouderij is één van de grote boosdoeners voor milieu, natuur en gezondheid. Gangbare boeren (ondernemers die op een reguliere, niet-biologische manier vee houden) moeten verplicht een of meerdere zogenaamde luchtwassers aan hun stallen bouwen om de lucht te zuiveren voordat die uit de stallen ontsnapt. Er zijn chemische en biologische luchtwassers: de eerste filtert de lucht met chemische middelen, de tweede met bacteriën, en er bestaat ook een combisysteem. De combiluchtwasser zuivert het grootste deel van de uitstoot. Maar toch zijn luchtwassers geen echte oplossing voor gezondheids- en milieuproblemen.

Luchtwassers vreten namelijk energie, ze verbruiken risicovolle zuren en ze zijn brandgevaarlijk. Daarnaast is er meermalen uit onderzoek gebleken dat veel boeren hun luchtwassers simpelweg niet of regelmatig niet aanzetten. Vanwege het dure energieverbruik bijvoorbeeld. En het spoelwater uit luchtwassers levert stankoverlast, milieuproblemen en gezondheidsklachten op. Genoeg redenen om luchtwassers als onduurzaam aan te merken. Ze zijn in elk geval geen goed middel in het veranderingsproces naar een verstandige, gezonde veehouderij.

En toch krijg ik berichten van boze boeren die veel geld, tijd en energie steken in het omschakelen naar verstandige systemen, bijvoorbeeld door het scheiden van mest en het diervriendelijk trainen van varkens, maar die van overheidswege wordt verteld dat ze alleen een vergunning krijgen als ze een dure luchtwasser aanschaffen. Eén ondernemer sprak zelfs van de “luchtwasserlobby”, van de snelle agrojongens met hun vlotgebekte adviseurs in hun blitse pakken met hun gladde technologische duurzaamheidspraatjes. Die zie ik inderdaad zelf ook.

Die lobby moet maar eens afgelopen zijn onderhand. Er zijn teveel bewijzen die aantonen dat luchtwassers meer kwaad dan goed doen en in elk geval geen bijdrage leveren aan het oplossen van de problemen in de veehouderij. Daarvoor moeten we nu toch echt snel eerlijke systemen gaan organiseren waarin boeren beter kunnen verdienen voor minder vee in slimmere stallen en weiden. En dat gaat dus maar ten dele om techniek maar vooral om gezond verstand, om het benutten en stimuleren van wat de natuur ons al biedt. Ik ga maar eens kritische vragen stellen aan het college van Gedeputeerde Staten van Brabant en zo weer de discussie aanzwengelen. Want genoeg is genoeg.

1. Bent u het met de SP-fractie eens dat luchtwassers weliswaar veel schadelijke staluitstoot zuiveren maar evengoed andere milieu- en gezondheidsproblemen veroorzaken (brandrisico, hoog en dus duur energieverbruik, vervuilend spoelwater, niet-gebruik)? Zo niet, waarom niet?
2. Bent u het met de SP-fractie eens dat luchtwassers in tegenstelling tot wat veel adviesbureaus en technologie-adepten ons voorspiegelen geen alles oplossend wondermiddel zijn tegen stank-, milieu- en gezondheidsoverlast door veehouderijen? Zo niet, waarom bent u het daar niet mee eens?
3. Klopt het dat er op dit moment op grond van de bepalingen in de Verordening Ruimte en in de genoemde BZV agrarische ondernemers alleen een vergunning kunnen krijgen voor ontwikkeling van hun veehouderij als die ontwikkeling de installatie van een of meerdere luchtwassers inhoudt?
4. Als de stelling in vraag 2 niet klopt, komen dan nu ook veehouders met innovatieve ideeën voor bijvoorbeeld een mestscheidingssysteem waardoor ammoniakvorming wordt voorkomen, maar zonder plannen voor luchtwassers in aanmerking voor een vergunning, mits hun plannen voldoen aan de BZV en de Verordening Ruimte?
5. Bent u het met de SP-fractie eens dat een echte transitie naar een verantwoordelijke en toekomstbestendige veehouderij pas op gang kan komen als we als regelgevende overheid juist vooral die ontwikkelingen van onderop stimuleren en faciliteren die innovatief gebruik maken van natuurlijke systemen (zoals bijvoorbeeld het trainen van varkens om gescheiden te poepen en plassen, en daaraan gekoppeld mestscheidingssystemen)? Zo niet, waarom niet?

Reactie toevoegen

U bent hier