h

Vervolgvragen nieuwbouwplannen Den Bogerd in Udenhout

3 januari 2014

Vervolgvragen nieuwbouwplannen Den Bogerd in Udenhout

Zowel de antwoorden op eerdere Statenvragen van SP en Groen Links, als de brief van de gemeente Tilburg roepen de nodige vervolgvragen op. Hoewel er veel vragen te stellen zijn bij de keuze van de uitbreidingslocatie, spitsen de vervolgvragen zich toe op de EHS en de Natte Natuurparel. Op 17 december 2013 heeft het college van B&W van de gemeente Tilburg besloten de gemeenteraad voor te stellen het bestemmingsplan, exploitatieplan en het beeldkwaliteitplan Den Bogerd (gewijzigd) vast te stellen. Op 19 december 2013 ontvingen de indieners van de zienswijzen een brief van de gemeente Tilburg hierover. In deze brief is opgenomen dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant naar verwachting op 7 januari 2014 besluiten over het verzoek tot herbegrenzing van de EHS. De vervolgvragen van Groen Links en SP moeten meer duidelijkheid geven over de situatie.

De provinciale fractie van de SP (Francy van Iersel) heeft eerder verduidelijkende vragen gesteld over de planaanduiding "Natte Natuurparel" en kreeg te horen dat er in het plangebied geen Natte Natuurparel is. Dat is op zijn zachtst gezegd een vreemd antwoord. De aanduiding Natte Natuurparel staat namelijk keihard in het nu geldende bestemmingsplan. De derde kaart op http://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.085500002007005-/p_NL... maakt duidelijk dat het hele plangebied voor Den Bogerd deze aanduiding heeft.

1. Waarom wordt glashard en stelselmatig ontkend dat voor het plangebied Den Bogerd de aanduiding Natte Natuurparel geldt?
2. Wat heeft de aanduiding Natte natuurparel voor gevolgen voor de nieuwbouwplannen?

Naast over de Natte Natuurparel bestaat er onduidelijkheid over wat in het plangebied nu precies wel en wat niet EHS is. Uit kaarten uit april 2012 blijkt dat de EHS in het plangebied destijds veel groter was dan momenteel het geval is. In de brief ‘Raad voorlichtingsavond 4-4-2012’ is op pagina 4 opgenomen dat de EHS niet alleen de middenspie in het plangebied betrof, maar dat deze ook parallel liep aan de straat Leeuwenstein. De gemeente schrijft dat dit is gedaan “omdat Flora en Fauna onderzoek heeft aangetoond dat deze verbindingszone niet of zeer beperkt gebruikt wordt als EHS.” Datzelfde onderzoek zag echter een dassenburcht en een nest steenuilen over het hoofd (deze zijn gevonden en gemeld door omwonenden) en ontkent momenteel nog steeds dat er onder andere kamsalamanders voorkomen in het plangebied (terwijl dat wel wordt onderkend door onze lokale werkgroep van Ravon). Er zijn destijds dus oneigenlijke argumenten gebruikt om de EHS te verkleinen.

3. Met welk besluit en door wie is de EHS in het plangebied de afgelopen jaren verkleind? Wat was de reden hiervoor? Is Gedeputeerde Staten zich ervan bewust dat het Flora en Fauna onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de gemeente andere, voor de nieuwbouwplannen gunstigere natuurwaarden opleverde dan het onderzoek van Ravon en omwonenden?
Wij hebben de indruk dat er verwarring wordt geschapen over de natuurwaarden om de bescherming hiervan er vervolgens in de loop der jaren in stapjes vanaf te pellen. De gemeente Tilburg vraagt Gedeputeerde Staten nu te besluiten om de EHS nog verder te verkleinen.
4. Waaruit bestaat het verzoek van de gemeente Tilburg voor verdere herbegrenzing van de EHS? Waarvoor is verdere herbegrenzing van de EHS nodig? En hoe past verdere herbegrenzing binnen het provinciale beleid?
In uw zienswijze op het bestemmingsplan De Bogerd heeft u gewezen op het ontbreken van een anterieure overeenkomst ten aanzien van de compensatiegronden voor het aanpassen van de EHS. Inmiddels heeft de gemeente Tilburg laten weten een dergelijke overeenkomst te hebben afgesloten met het Brabants Landschap. De huidige eigenaar van het perceel waarop de nieuwe dassenburcht geschetst staat, is naar verluid nog helemaal niet in gesprek met de gemeente Tilburg over de aan te brengen kunstmatige dassenburcht en het omvormen van zijn akkerbouwperceel naar EHS-zone, laat staan dat er een overeenkomst is. Sterker nog, de huidige eigenaar heeft altijd aangegeven niet mee te willen werken aan omvorming. In dit geval heeft het afsluiten van een anterieure overeenkomst door de gemeente Tilburg met het Brabantslandschap weinig waarde.

5. Bent u bekend met de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Tilburg en het Brabants Landschap en kunt u ons laten weten of en zo ja hoe deze overeenkomst uw eerdere kritiekpunt oplost? En bent u op de hoogte van de problemen die te verwachten zijn bij het verplaatsen van de dassenburcht?

Wij vragen u bovenstaande vragen spoedig te beantwoorden en zo lang er onduidelijkheid bestaat over bovenstaande op 7 januari 2014 geen toestemming te geven tot herbegrenzing van de EHS.

U bent hier